In de Bourgogne wordt een middeleeuws kasteel steen voor steen nagebouwd met de werktuigen van toen. Al sinds 1997 werkt een grote groep gepassioneerde mannen en vrouwen aan dit bouwwerk, dat inmiddels de grootste familieattractie van de regio is.
Guédelon is zo’n gevalletje van eerst zien, dan geloven. Want kan het waar zijn? Een ‘nieuw’ kasteel waar nu al ruim 25 jaar aan gebouwd wordt? Puur met de materialen en technieken uit de 13e eeuw? Terwijl we over de slingerende landwegen van de Yonne rijden kan ik me er nog niet echt een voorstelling van maken. Witte koeien, slaperige dorpen, weideland en bossen. We logeren in de heerlijke safaritenten van Kimaro Farmhouse, en na een dagje wijnproeven in Sancerre is het nu de beurt van de kinderen.
Middeleeuwse bouwplaats
Midden in een bos ontdekken we het grote parkeerterrein van Guédelon, ooit een kleinschalig vrijwilligersproject maar inmiddels goed voor bijna 300.000 bezoekers per jaar. Alleen het Hospice de Beaune trekt meer bezoekers in de Bourogne! Als we even later op het terras van een van de herbergen op het terrein zitten te lunchen, horen we ze al. De 40 werklieden die hier 8 maanden per jaar aan het werk zijn. Vanuit het bos klinken kapgeluiden en rond de muren van het kasteel resoneren de muzikale klanken van de steenhouwers. Kling, kling, kling… Een levende bouwplaats, maar met geluiden die in onze moderne tijd exotisch en onbekend klinken.
Hein, onze Nederlandse gids
Op deze regenachtige dag in juni is het terrein van Guédelon veranderd in glibberige oranje modder. Maar de werklui werken stug door en ook Hein Koenen, onze gids, laat zijn enthousiasme niet temperen door een paar druppels water.
Hein Koenen, een Nederlander die al lange tijd meewerkt aan het project
Deze Nederlander raakte 20 jaar geleden verzeild in de Bourgogne en werd daar aangestoken door het Guédelon-virus. Net als de werklieden heeft ook hij ‘middeleeuwse’ kleding aan: een eenvoudige linnen tuniek en broek met een touw als riem. Om zijn nek hangt het bouwplan van het 13e-eeuwse kasteel waar al 25 jaar aan gewerkt wordt. Waarom eigenlijk? Nou, gewoon om te zien of het kàn en om vergeten werktechnieken te herontdekken!
Dappere waanzin
De locatie werd daarbij – net zoals vroeger – gekozen op de grondstoffen. De verwilderde steengroeve midden in de bossen en vlak bij een riviertje bevat alle benodigde bouwmaterialen: eikenhout, ijzerhoudende zandsteen, klei en water. Verder is de constructie al sinds het begin van de bouw een proces van al doende leren, vertelt Hein, want naslagwerken over hoe ze vroeger te werk gingen bestaan simpelweg niet. En dus wordt regelmatig de hulp ingeroepen van archeologen en historici. Met passie vertelt Hein over die dag dat de laatste steen van het kruisbooggewelf van de hoogste toren geplaatst werd. En de mannen van de 21-ste eeuw zich even net zo nietig voelden als hun middeleeuwse tegenhangers. Zou de 28 meter hoge donjon het wel houden?
Brood uit de houtoven
Na de toren bewonderd te hebben lopen we even later door het hoofdgebouw waar de imaginaire leenheer uit 1229 gewoond zou hebben. Het ruikt naar houtvuur en versgebakken brood. In de keuken heeft de bakker net een brood gebakken, met het meel uit de middeleeuwse watermolen verderop op het terrein. Boven wachten ons een mooie zaal met massief balkenplafond en vertrekken met muurschilderingen.
Trillende benen
Hein laat ons zelfs een kijkje nemen op de kapeltoren, die op het moment dat wij er zijn nog in volle bouw is (naschrift redactie: deze toren is sindsdien voltooid). Op ruim 15 meter hoogte schuiven we met trillende benen over de stenen. Maar de metselaars hebben duidelijk weinig last van hoogtevrees, terwijl ze ver over de rand hangen om stenen omhoog te hijsen in takelmanden en mortel mengen in houten emmers.
De steigers zien er summier uit, maar Hein verzekert: terwijl alles bij Guédelon volgens middeleeuwse normen gebeurt, is de enige gedane concessie die van eigentijdse veiligheidsmaatregelen. Onder de linnen broeken zijn veiligheidsschoenen verstopt en de mannen op grond dragen een met doek bedekte helm.
Dorpje van verfmakers, houthakkers en touwslagers
Begrijpen doen ze lang niet alles van wat Hein vertelt, maar mijn kinderen van 7 en 3, vinden het allemaal prachtig. Zo meelopen tussen de werkzaamheden binnen de muren van een heus kasteel. Andere attractie zijn de huisjes van ambachtslieden, verderop in het bos. Touwslagers, ijzersmeden, mandenmakers, verfmakers, steenbewerkers. Allen druk bezig met hun werk. Je mag ze vragen stellen, maar dit zijn geen demonstraties voor bezoekers. Alles is nuttig en maakt deel uit van het bouwproces. Kinderen kunnen hier ook aan de slag met hamer en beitel, om letters te bikken uit kalksteen.
Guédelon-passie
Nog 4 of 5 jaar en dan zijn de werklieden pas klaar. En ondertussen blijft de bouwplaats voortdurend veranderen. Steen voor steen wordt Guédelon steeds een stukje hoger. Een monument in progress – net als de Sagrada Familia in Barcelona. Volgens Hein zijn er veel mensen die elk jaar even terugkomen om de vorderingen van dit Bourgondische kasteel te volgen. Ik kan me er wat bij voorstellen. Er lijkt inderdaad zoiets te bestaan als eenGuédelon-virus, want je wilt graag weten hoe dit mooie avontuur afloopt!
Guédelon, geopend van half maart tot begin november, €14 volwassenen, €11 kinderen. Nederlandse rondleiding door Hein – aanrader! – €3 extra (op aanvraag). Let op: op sommige dinsdagen en woensdagen gesloten, check vooraf de website! Meer informatie: www.guedelon.fr
LEES OOK:
Puy du Fou, historisch leuke ervaring!
Châteauneuf, prachtig kasteeldorp in de Bourgogne
8 redenen voor een bezoek aan de Bourgogne
Tekst en beeld: Nicky Bouwmeester
Geen reacties