Voor de perfecte kaasplank kies je een kaasje uit alle Franse kaasfamilies, dit zijn ze.
1. Geitenkazen (les chèvres)
Zoals: sainte-maure, valençay, cabécou, crottin de chavignol, chabichou en de vele kleine lokale geitenkaasjes uit bijna elke Franse streek.
2. Harde en halfharde kazen (les pâtes dures)
Zoals: comté, beaufort, emmental, gruyère, abondance, salers, reblochon, cantal, saint-nectaire, morbier en de diverse soorten tommes. Ook de harde en halfzachte schapenkazen (brébis) behoren tot deze groep.
3. Witschimmels (à croûte fleurie)
Zoals: brie, camembert, neufchâtel, chaource, brillat-savarin, saint-félicien, saint-marcellin.
4. Blauwaders (les bleus of les persillés)
Zoals: bleu d’Auvergne, bleu de Causses, fourme d’ambert, roquefort (al is dat eigenlijk een groene ader). En de Engelse Stilton hoort ook in dit rijtje bijvoorbeeld.
5. Roodbacteriekazen of gewassen korstkazen (à croûte lavée)
Zoals: munster, époisses, livarot, maroilles, pont l’évêque, mont d’or (vacherin).
Kies uit (bijna) elke groep een kaasje en je hebt een prachtig uitgebalanceerde kaasplank.
Voorbeeld 1: crottin-de-chavignol, comté, saint-marcelin, roquefort en munster – voor een tamelijk karaktervol plateau. Of voor wie van zachte smaken houdt, voorbeeld 2: een fris halfrijp geitenkaasje, beaufort, brillat-savarin (heel romig), bleu d’Auvergne en mont d’or.
Beeld: CC/Larry (époisses), CC/Jenifer (brie), CC/Nadine (markt), CC/Ulterior Epicure (bord)
LEES OOK:
De perfecte kaasplank
De 7 grootste kaasplank-missers
Wijnbluffen tegen een Fransman
Geen reacties