1. De was doen is feest
Grote wasjes, kleine wasjes. Het maakt niet uit, ik doe ze in Frankrijk met een grote glimlach. Wat daar zo leuk aan is? Het drogen. Je hangt de was lekker buiten aan een waslijn in de wind. Tegen de tijd dat je de laatste kussensloop hebt opgehangen, is het T-shirt dat je als eerste ophing alweer droog. Aan de waslijnen herken je ook de bewoners hier. Een doorgezakte lijn met van die lekker ouderwetse mannenonderbroeken? Vrijgezel. Hangen er badhanddoeken en bikini’s, dan weet je: vakantiegangers!
2. Een rieten mand is een must-have
Alle campagnards doen er boodschappen mee: een rieten mand. En ze hebben gelijk, de mand is incroyable. Groot, soepel, duurzaam, flexibel en charmant. Er gaat altijd meer in dan je denkt. De kilo sinaasappels en het pond uien onderin, de eieren, verse vis en geurige kaasjes bovenop. Steek er een paar stengels prei bij en zo’n rieten mand krijgt bijna iets poëtisch. Ook superhandig voor een dagje strand: het zand valt er altijd vanzelf weer uit. En een oude rieten mand die nonchalant aan een kapstok hangt, is de droom van elke stylist.
3. Facebook avant la lettre
De meeste bewoners van het platteland zijn van een zekere leeftijd en hangen niet uren rond op Facebook. Sterker, de meeste hebben niet eens een ordinateur (waarom zou je iets een computer noemen als er een mooi Frans woord voor bestaat?). Om toch te weten wat er in de buurt te doen is, check je het ‘houten Facebook’: een groot aanplakbord dat in elk dorp staat. Daar hangen de aankondigingen voor brocantemarkten, dorpsfeesten, pétanque-toernooien, moules-frites avondjes, muziekoptredens en marché gourmands.
4. Talloze dorpsfeesten
Eén van de beste Franse tradities is het dorpsfeest. Dat vindt meestal plaats in de zomermaanden met alle dorpelingen en iedereen die het leuk vindt om aan lange tafels te eten. Om de meter staat een fles naamloze landwijn. Maar er is ook altijd wel een kraam met bier en wijn met een serieus etiket. In het ene dorp bakt de burgemeester samen met zijn gemeenteraad entrecôtes voor iedereen. In het andere is er een marché des producteurs waar lokale producenten hun ganzenlever, slakken, eendenborst of geitenkaas aanbieden. Een kleine kermis voor de kinderen plus een feestband voor iedereen van 8 tot 88 jaar en het feest is compleet!
5. Sterrenkijken
‘Het zal wel stil zijn op het platteland?’, vragen mensen me vaak. Dat klopt, maar toch hoor je altijd wel ergens een boer op een oude lawaaierige tractor. Of een haan die ergens ongeacht het uur van de dag staat te kukelen. ’s Nachts is het stil, op het geritsel van wat dieren na. Maar is het vooral ook donker, echt heel donker. En dat heeft als fantastisch voordeel: er is geen mooiere sterrenhemel te zien. Je wordt betoverd door een krankzinnig heldere Melkweg waar miljoenen sterren hun licht op je laten schijnen. Formidable!
6. Geen sportschool!
Jezelf schuldig voelen omdat je alweer een maand niet naar de sportschool bent geweest, dat hoeft niet op de campagne. Je komt namelijk toch wel aan je lichaamsbeweging. ’s Ochtends, voordat het te warm wordt, ga je aan de wandel: heuvel op, heuvel af, dwars door weilanden en bossen. Via een paar gehuchten, langs een boerderij met koeien en kippen en soms een oude, uit routine blaffende hond. Je denkt na of je denkt aan niets. Je ruikt, kijkt en geniet. Wil je nog meer ‘sport’? Dan wacht er vaak nog wel een pittig klusje in de tuin!
7. Een uitje naar de déchetterie
Klussen, struiken snoeien of schuur opruimen. Voor je het weet heb je massa’s troep die weg moet. Breng dan een therapeutisch bezoek aan de déchètterie, in Nederland bekend als de milieustraat. Wat bij ons in Frankrijk als eerste opvalt: je kunt er bijna van de vloer eten! Elke afdeling – hout, tuinafval, metaal, stenen, huishoudelijke apparaten – wordt nauwlettend in de gaten gehouden door beheerders die elke gemorste kruimel opvegen (als je dat zelf nog niet hebt gedaan). En zoek je een leuke tuinman? Gewoon even rondhangen bij de afdeling ‘tuinafval’, daar staan ze bij bosjes hun groen te lozen.
8. De tijd kent geen tijd
In Nederland kun je (of moet je) veel dingen plannen op één dag en dat lukt dan ook nog allemaal. Op je vrije dag naar yoga, met een vriendin lunchen, even winkelen en daarna nog je werkmails wegwerken, dat ene tv-programma kijken en het huis opruimen. Op het Franse platteland kun je maar twee dingen op een dag doen. Want alles is ‘een half uurtje rijden’ en neemt meer tijd in beslag dan je denkt. Even voor een paar dagen boodschappen doen, kan zo maar een halve dag in beslag nemen. Net als de tuin doen. Of naar yoga gaan, want daarna drink je met z’n allen nog een koffie op het terras in het dorp. Lunchen duurt hier drie gangen met een glas (soms een fles) wijn. Alles gaat zo heerlijk langzaam dat de tijd voorbijvliegt… Dus het huis opruimen, dat komt morgen wel.
9. De markt: gegrilde kip en bijpraten
Natuurlijk staan er een slager, een paar groenteboeren, iemand met kaas van eigen schapen, soms zelfs een goede viskraam. Maar een markt is pas een markt als er een kraam met gegrilde kippen is. Zo’n gegrilde-kip-van-de-boerderij is het allerbeste excuus om niet zelf te koken en toch thuis te eten. Sla en brood erbij, kluiven maar. Zit de kip eenmaal in de mand, dan is het tijd voor een praatje. Je woont op het platteland nu eenmaal best een eindje bij elkaar vandaan. Je hebt het druk met van alles, dus bijpraten doe je daar waar je elkaar sowieso ziet: op de markt. Liefst met een glas van het een of ander erbij in de bar du marché.
10. In de vlammen staren
Alles wat vroeger niet mocht van je moeder, mag hier wel. Zeker fikkie stoken. Groot tuinafval breng je naar de déchetterie, maar het kleinere spul steek je zelf in de fik. Op een vuurplaats. Of in een incinérateur, een soort metalen prullenbak op pootjes met gaten voor extra zuurstof en een deksel met een schoorsteentje. Onkruid rookt als een dolle. Oude takken gaan als de brandweer. De wat grotere takken gaan op een frisse voorjaarsavond in stukken in de buitenkachel. Dan vallen de gesprekken vaak stil en staart iedereen, met een glas wijn in de hand, alleen nog maar in de vlammen.
Lees ook: Verliefd op Pézenas, leuk stadje in de Hérault
11. Het dorpsrestaurant
Als er iets te vieren is. Als je met vrienden gaat lunchen. Als je iets van de couleur locale wilt proeven. Als je houdt va een nooit veranderende, ietwat plakkerige menukaart. En als je gewoon zin hebt in goed niks-aan-de-hand-eten in ruime porties… Dan ga je naar het dorpsrestaurant. Het staat waarschijnlijk in geen enkele gids maar het eten is er prima en de plakken fois gras zijn minstens vijf keer zo groot als in een doorsnee restaurant in Parijs. Incontournable is de steak-frites met rundvlees van Franse origine. Geserveerd met een flinke portie huisgemaakte frites waar zo nu en dan nog een schilletje aan zit, met krokante en zachte stukjes en afgemaakt met grof zeezout. Bon appétit.
12. Leve de zwaluwpoep
Van stadsmens naar plattelander, dat gaat niet vanzelf. Plots heb je een joekel van een tuin met een hoop groen spul dat je nog nooit eerder hebt gezien. Googelen op ‘struik met roze bloemen’ levert alleen nog maar meer verwarring op. Maar door op te letten wanneer de dorpelingen de pruimenboom snoeien en wanneer de pot met hortensia’s de schuur in gaat, leer je snel. Soms krijg je ook gratis advies. Zoals over zwaluwpoep. Die veeg je namelijk niet netjes op om weg te gooien. Non! Die bewaar je, want zwaluwpoep is de beste mest voor potplanten. Dat je het maar weet.
13. Bonjour, nieuwe vrienden!
Nederlanders, Fransen, Engelsen en Belgen vinden elkaar in dat wat ze gemeen hebben: het plattelandsleven. Via de ene dorpsgenoot leer je de andere kennen, je nodigt elkaar eens uit voor een apéro en je gaat bij elkaar eten. De gesprekken gaan eerst over de moestuin, de dorpsfeesten, dat ene nieuwe restaurant en waar je goed hout kan kopen. Je trekt nog een fles open en het gaat over familie, politiek, cultuur, sport, wijn en wat een mens nog meer bezig kan houden. Zo ontstaan er mooie, nieuwe vriendschappen waarbij leeftijd, achtergrond, kleding, auto er compleet niet toe doen.
14. Jam maken, krijgen, ruilen
Iedereen op de campagne heeft wel ergens een pruimenboom, vijgenboom, perenboom, appelboom of kersenboom staan. En wat doe je met de oogst? Daar maak je iets van. Nu is het een soort traditie dat je als je ergens op bezoek gaat, je iets meeneemt wat je zelf gemaakt hebt. Of je hebt een lieve buurvrouw die je zo nu en een nog warm potje met iets lekkers in de hand stopt. Uiteindelijk deelt dus iedereen zijn zelfgemaakte jam, appelmoes of chutney met elkaar en zo verzamel je ongemerkt een royale hoeveelheid ‘fait maison’-heerlijkheden.
15. Altijd buiten eten
Hoe verder naar het Zuiden, hoe vaker je buiten kunt eten. In welk seizoen dan ook. Het is de normaalste zaak van de wereld om in de eigenlijk iets-te-frisse-lente-ochtendzon de tafel te dekken voor een koffie met croissant. In de zomer, als de lucht trilt van de hitte, is het van vroeg tot soms heel laat heerlijk om buiten te tafelen. In de nazomer gaat bij het apéro de buitenhaard aan en zelfs rond kersttijd kun je nog buiten lunchen, je moet alleen je kleding even een beetje aanpassen.
Over deze en meer onderwerpen schreef Asjha van den Akker in haar leuke boeken Et Voilà, verhalen uit de Dordogne en Mais Oui! Verhalen uit Frankrijk (ebook in onze webwinkel).
LEES OOK:
De mooiste plekken in de Dordogne
25 vakantiepleziertjes om naar uit te kijken
B&B’s, vakantiehuizen, glamping in de Lot-et-Garonne & Dordogne
15 dingen die je denkt als je over het Franse platteland rijdt
Tekst & beeld: Asjha van de Akker (behalve beelden van Unsplash: hooibalen, markt, potten jam opening)
Geen reacties