Greeters vind je tegenwoordig in diverse streken en steden in Frankrijk. De naam is Engels want het concept komt uit New-York. Een sympathiek initiatief: vrijwilligers met een specifiek interessegebied (geschiedenis, gastronomie, cultuur, sport) leiden bezoekers rond en delen zo hun passies. Voor niks. Puur omdat ze trots zijn op hun stad of streek. En het leukste is: ze doen niet aan standaard-riedels of vaste rondleidingen. Ze vragen wat je wilt zien en gaan zoveel mogelijk voor een spontane uitwisseling.
Gaetan, Franse gentleman
Toen wij vorige zomer een stedentrip in Nice maakten, wilden we dolgraag op stap met zo’n bevlogen local. Het Office du Tourisme presenteerde ons Gaetan, een liefhebber van kunst en geschiedenis die al meer dan 50 jaar in Nice woont. Zijn Engels bleek zo impeccable, dat we nog even twijfelden of hij niet half-Amerikaans was. Zulke typische uitdrukkingen, net een echte Anglo-saxon! Maar nee hoor, een geboren Fransman, maar wel eentje die tot zijn pensioen leraar Engels en Amerikaanse cultuurgeschiedenis was.e
Palmbomen op de Prom’
Een echte gentleman bovendien, zo blijkt gedurende onze ruim 2 uur durende wandeling samen. Gaetan vertelt ons in fijnzinnige details de mooiste anekdotes over zijn stad. Op de Promenade des Anglais verklapt hij dat de meeste locals deze mythische boulevard kortweg ‘Le Prom’ noemen. En weten we wel dat de zo bekende palmbomen hier eigenlijk helemaal niet thuishoren? “Die zijn pas in de 19e eeuw geplant om de rijke Engelse toeristen te plezieren. Voor die tijd stonden er inheemse sinaasappelbomen en olijfbomen langs zee. Kun je je het voorstellen?”
Beau monde
“Kijk daar!” Gaetan wijst naar restaurant La Petite Maison, aan de overkant van de boulevard. “Dat is de Fouquet’s van Nice, een instituut waar veel sterren en politici gaan eten.” Michael Douglas is er deze zomer gespot, zingend en dansend, nog nét niet op tafel. “Maar over de kwaliteit van het eten valt te twisten hoor, als je het mij vraagt dan kun je beter naar Le Safari gaan op Cours Saleya.” Iets verderop komen we langs hotel Beau Rivage, waar Tsjechov en Matisse ooit kind aan huis waren. “Het bekende blauw van Matisse! Die kleur ontdekte hij hier, door dit uitzicht op de baai”, roept Gaetan met enthousiasme.
Cours Saleya
We vliegen op Gaetan’s aanraden even langs Maison Auer, een bekende patisserie met gekonfijt fruit (“Ach, laat deze Nederlandse dames toch even proeven!”), en onze Greeter sleept ons kort binnen in een hôtel-particulier met een prachtige hal in art nouveau-stijl. Wat een pareltje! Daarna steken we door naar de Cours Saleya, waar de bekendste markt van Nice in volle gang is. De bonte kleuren van de huizen in Vieux-Nice herinneren aan de tijd dat de stad nog bij het Koninkrijk van Piemonte-Sardinië hoorde, vertelt Gaetan. Vandaar die Italiaans aandoende tinten: Sardijns rood, oranje, okergeel.
De beste socca
Gaetan sluist ons even later behendig voorbij de beroemde socca-kraampje van Chez Thérésa, dat in vrijwel alle toeristengidsen getipt wordt. “Absoluut niet slecht,” zegt onze gids, “maar ik heb een persoonlijke voorkeur voor deze kraam: Socca du Cours.” De verkoopster snijdt de pannenkoek van kikkererwten behendig in reepjes. “Plus de poivre, s’il vous plaît! (meer peper!), dirigeert Gaetan voordat hij het zakje van haar aanneemt. En even later genieten we verder lopend van de hartige snack, die inderdaad verdraaid goed smaakt.
5 generaties restaurateurs
In de smalle straatjes van Vieux-Nice gaan we alsnog de oude winkel van socca-beroemdheid Thérésa in, om een praatje te maken met eigenaar Jean-Luc, die Gaetan kent. Het is bloedheet in de afhaalwinkel van Chez Thérésa, want de socca’s worden hier in een houtgestookte oven gebakken. Net als de pissaladières en andere specialiteiten.
Een paar deuren verder toont Gaetan zijn favoriete restaurant van Vieux-Nice: Acchiardo. De 5e generatie zwaait hier inmiddels de scepter en ook het pand gaat al een tijdje mee: de gerant wijst trots op een steen met de datum 1670 erin. “Echt heerlijk eten hier, typisch Niçois, en helemaal niet duur”, drukt Gaetan ons op het hart.
Lees ook: De beste eetadressen in Nice
Quartier du Port
Na diverse omzwervingen in Vieux-Nice gaan we ook naar het Quartier du Port, de wijk tussen Place Garibaldi en de haven, die al een paar jaar getipt wordt als ‘Le Petit Marais’ van Nice. Gaetan toont ons diverse straten (Rue Bonaparte, Rue Cassini) met 19e-eeuwse panden waar nu diverse trendy cafés en boetieks zitten. “Een heel ruimdenkende en gezellige buurt!”
Het is rustig op straat en zo overdag verraadt alleen het regenboogkleurige trottoir dat hier ’s avonds flink gefeest wordt. Daarna maken we een rondje over de kades van de oude haven van Nice. En plots zegt onze Greeter met een geheimzinnige blik: “Kom mee, ik wil jullie nog aan iemand voorstellen!”
Achterkleinzoon van Renoir
Even later staan we in het atelier van kunstfotograaf Jacques Renoir, die Gaetan op amicale wijze begroet en ook onze handen uitbundig schudt. Jacques blijkt de achterkleinzoon van schilder Renoir en wij proberen onze mond niet te laten openvallen bij die ontdekking. Terwijl we de foto’s in zijn atelier bewonderen zegt Jacques: “Een goede vriend van me is Nederlands. Jullie kennen hem vast. Herman van Veen? Hij en ik zijn al jaren bewonderaars van elkaars werk en in 2019 heb ik geëxposeerd in zijn kunstcentrum in Soest.”
À la prochaine!
Wàt een bijzondere ontmoeting… de achterkleinzoon van Renoir! Hadden we zonder Gaetan zelf de deur van zijn atelier durven openduwen? Waarschijnlijk niet. Wat een sympathieke afsluiter van deze stadswandeling die sowieso onze verwachtingen heeft overtroffen. Geen stoffige historische feitjes, maar een écht persoonlijke ontmoeting met de stad. We drinken nog een koffie met Gaetan ter afscheid en beloven bij een volgend bezoek weer te bellen. Wat een gentleman, deze Greeter, dankzij hem kennen we Nice weer een heel stuk beter!
Greeters in Nice, op verzoek & reservering bij het Office du Tourisme van Nice (min. 7 dagen van tevoren)
LEES OOK:
Nice: de leukste dingen om te zien en doen
Nice de mooiste musea
De beste strandtenten van Nice
Eze, prachtdorp net buiten Nice
Tekst: Nicky Bouwmeester Beeld: Nicky Bouwmeester & Josee Schouten (+Maxence Werp/palmen)
Geen reacties