1. Je wilt bij de slager een ‘stuk’ vlees aanwijzen: dàt wil je hebben. Dan zeg je: Je voudrais…
a. cette pièce
b. cette tranche
c. ce morceau
2. De slagersvrouw zegt dit tegen je (luister naar geluidsfragment). “Hier is uw kip… Et avec ceci?” Wat wilde ze verder weten?
a. Welke worst wilde u?
b. Anders nog iets?
c. Wilt u er saus bij?
3. Je wilt een gedroogd worstje om in plakjes te snijden bij de picknick. Je vraagt om?
a. saucisse
b. saucisson
c. saumon
4. Rundergehakt, hoe heet dat ?
a. viande hachée
b. viande moulinée
c. viande farcie
5. Hoe vraag je een ‘pondje’ fruit bij de groenteboer?
a. un pont de…
b. 500 grammes de…
c. une livre de…
6. De kaasboer vraagt of je een specifieke kaas bien fait wil, wat bedoelt hij?
a. extra jong
b. extra rijp
c. ambachtelijk gemaakt
7. Je wilt uitleggen dat je graag een ‘pittig’ kaasje zou hebben. Dan heb je het over un fromage…
a. ferme
b. avec du caractère
c. bien salé
8. Hoe heet een boodschappenwagentje in de supermarkt?
a. un wagonet
b. un chariot
c. une roulotte
9. Er staat op ‘doux’ op het pak boter. Wat betekent dat?
a. boter zonder zout
b. extra romige boter
c. extra goed smeerbare boter
10. In welk schap (rayon) vind je de bouillonblokjes en de ketchup?
a. la crémerie
b. les condiments
c. les surgelés
ANTWOORDEN
1. C Een ‘stuk’ is een un morceau en dat geldt zowel voor een stuk vlees, vis, boter, kaas als voor een muziekstuk (morceau de musique). Tranche betekent ‘plak’, dus dat past beter bij ham of worst.
2. B De slagersvrouw zegt “Voici votre poulet Madame, et avec ceci?” dat laatste (een synoniem van ‘Avec ça?’ ) is een typische winkeliersuitdrukking en betekent Anders nog iets? Ook vaak te horen bij het afscheid in kleine winkels: En vous remerciant! (u bedankend). Dat is onbedoeld grappig, want dat is nogal parmantig Frans voor de situatie.
3. B Saucisson is gedroogde worst (die je in plakjes kunt snijden) en saucisse is een worstje dat je bakt en warm eet (zoals chipolata of de pittige merguez). Om het ingewikkeld te maken: er bestaan ook saucisses sèches, kleine smalle gedroogde worstjes (zoals hieronder op de foto), die je afbijt. Saumon betekent ‘zalm’ in het Frans, dus dat is iets heel anders.
4. A Rundvleesgehakt heet viande hachée en dat moet je bestellen als je het voor de bolognesesaus of een ander recept wilt gebruiken. Als je een tartaartje wilt hebben, dan vraag je een steak haché. Beide varianten gooit de slager in principe altijd voor jouw ogen in de elektrische gehaktmolen om de versheid te garanderen. Wat betreft de andere mogelijke antwoorden: Mouliner is pureren en farcir is vullen. Voor het ‘vullen’ van groente of tomaten kun je bij de Franse slager ook om ‘chair à saucisse’ vragen. Dan krijg je aangemaakt varkensgehakt ofwel de rauwe vulling van een worstje zonder het vel erom heen.
5. B of C, allebei goed. Une livre is het inmiddels vrij ouderwetse Franse woord voor pond. Fransen zeggen vaker cinq cents grammes. In Nederland hebben we het ook over een halve kilo, maar ‘un demi kilo’, dat hoor je eigenlijk nooit op de Franse markt.
6. B Un fromage bien fait is een extra rijpe kaas. Vaak zijn rijpere kazen ook sterker van smaak, maar dat hoeft niet, hangt van de kaassoort af. Ook wat betreft de textuur heeft ‘bien fait’ voor elke kaas een andere betekenis. Bij geitenkaas is een rijpe kaas droger en harder dan de fromage frais. Terwijl een camembert of een Saint-Marcellin die bien fait is juist wegloopt..
7. B Avec du caractère, een kaasje ‘met karakter’, is een gangbare manier om een kaas met een uitgesproken smaak te vragen. Ferme betekent hard, bien salé (extra zout) dat zegt niemand.
B Un chariot is het Franse woord voor winkelwagen, al wordt het door het Engels geïnspireerde woord caddie ook wel gebruikt. Une roulotte is een woonwagen, un wagonet is een kleine wagon.
9. A Beurre doux staat vaak op een pakje ‘gewone’ roomboter, als onderscheiding van de gezouten boter. Makkelijk smeerbare boter heet beurre tendre.
10. B Les condiments zijn smaakmakers voor de maaltijd: bouillonblokjes, sauzen, kruiden (épices), mosterd (moutarde), ketchup en dergelijken. In une crèmerie vind je zuivel en ‘Les surgelés’ is de diepvriesafdeling.
Resultaten
0-4 vragen goed: Nog even door een Wat&Hoe-gids voor je op vakantie gaat (of als de wiedeweerga een spiek-App voor de Franse taal installeren) want dit is nog niet geweldig.
5-7 vragen goed: Très bien, jij komt terug in je vakantiehuisje met de boodschappen die je wilde hebben (want de gemiste antwoorden, daar kom je al gebarend wel uit denken we).
8-10 vragen goed: Excellent, met jou durven we de markt op, jij redt je prima!
LEES OOK
Quiz: hoe goed lees jij de Franse menukaart?
De leukste markten van Zuid-Frankrijk
10 manieren om brood te kopen in Frankrijk
10 Franse kazen die je geproefd moet hebben
Beeld: CC/Etienne Viannis (kruiden), CC-BY George Estreich (worsten), CC-BY Eisabeth Skene. Beeld linksboven: Erik Scheel/Pexels (fruit op markt)
Geen reacties