Toen we bij de toren van ons gloednieuwe eeuwenoude kasteel aankwamen, wees hij naar boven. Naar een zwerm bijen die onder de dakrand zoemde, terwijl hij iets mompelde over een wit beest op zolder. We verstonden hem eigenlijk niet zo goed, de oude landheer. Omdat hij een beetje binnensmonds sprak, maar vooral omdat ons Frans niet verder kwam dan een vage schoolherinnering en de opbrengst van een kwartiertje per dag op DuoLingo.
Trotse kasteelheer
Op 1 januari 2021 besloten John en ik onze droom waar te maken. Vier maanden later vonden we Château de Freyssinet, een robuust kasteel omringd door wilde natuur, 25 km ten zuiden van Limoges. De landheer en zijn vrouw van dik in de 80 konden het beheer ervan zelf niet meer aan. Hun leven lang woonden ze er en bij de overdracht gaf Monsieur een rondleiding die was vervuld van trots, weemoed en ook opluchting. Dat er nu toch weer een jong stel kwam wonen, die het voortbestaan van dit landgoed kon garanderen… Zo werden wij de verse eigenaren van een middeleeuws kasteeltje, 4 vervallen bijgebouwen en 17 hectare land.
Niet de enige bewoners
Toen we er in september van dat jaar in trokken (John, ik en Benjamin, ons zoontje van toen 5), bleek al snel dat we niet de enige bewoners waren van het kasteel. Op een zwoele avond zaten we buiten en zodra het donker werd hoorden we het. “Thuut-tuut. Thuut-tuut.”
-“Jouw telefoon?”
-“Nee.”
-“Ook niet die van mij.”
-“Ligt er ergens een apparaat te piepen?”
Het geluid kwam vanuit de stenen trap van het bordes. Met de zaklamp van mijn mobiel tuurde ik tussen de barsten van de trap. Een heel klein steenkleurig padje zat daar. Je zag hem bijna niet – en geconfronteerd met een felle lamp viel hij onmiddellijk stil. Maar zodra ik me afwendde: “Thuut-tuut.”
Met stofmaskers op en de stofzuiger voor ons, klommen we voorzichtig de wenteltrap op
Torenkamers
Niet lang na kennisgemaakt te hebben met onze huispad, was het tijd voor een grote schoonmaak in de toren. Aan het einde van de stenen wenteltrap, begon een smal houten trappetje dat naar twee torenkamers leidt. Er hing een sterke lucht van was en honing. En het rook er ook naar iets doods. Het trapgat zal vol spinnenwebben. Zo erg, dat we met maskers aan en de stofzuiger voorop samen de trap op zijn geklommen. Heel voorzichtig en eerlijk gezegd een beetje bevreesd voor wat we aan zouden treffen. In de eerste torenkamer lag de vloer bezaaid met bijenlijkjes. We verzamelden moed voor de laatste trap naar de hoogste kamer. Nog voordat we de deur openden, hoorden we het al. Een druk gezoem.
Bijenfluisteraar
Ik belde onze buurman, want die deed iets met bijen volgens Google Maps. Hij sprak een beetje Engels en arriveerde op de fiets. Hij hoorde ons aan, klom in een imkerpak naar boven, brak de muur open en trok er ramen vol met honing uit. Een gigantische korf hadden ze gebouwd. Met zijn neus voor bijen vond hij binnen de kortste tijd nog een bijennest – in een vensterbank op de wenteltrap. Hij wist de bijen uit het kasteel te lokken zodat ze hun intrede konden nemen in zijn eigen ambachtelijke gebouwde bijenkast. En daar vertrok hij weer, onze bijenfluisteraar, met een volle bijenkast op zijn bagagedrager. De honing was trouwens heerlijk – echt fait maison, zoals de Fransen zeggen.
En dat ‘witte beest’ waar de oude landheer over mompelde tijdens de overdracht? Dat bleek recht boven onze slaapkamer te wonen. Maar dàt is een verhaal voor een andere keer!
Nieuwsgierig naar het kasteel van Eloise en John? Kijk ook op chateaudefreyssinet.com (gîtes te huur) en volg hun avonturen op Instagram (met mooie foto’s van het kasteel en indrukwekkende voor- en na-beelden van hun kluswerk!).
Tekst & foto’s: Eloise Bruinink
Geen reacties