Zuidwest-Bretagne wat wil je zeker zien?

Finistère

Quimperlé, mooi stadje

Quimperlé is een historisch stadje met diverse vakwerkhuizen gelegen aan de rivier de Laita. Er is een boven- en benedenstad, allebei met grote kerken.

Op de weg naar de bovenstad ontdekten we een klein maar bijzonder lunchadres: Crêperie La Gourmandine. De binnenruimte lijkt op een huiskamer en buiten staan slechts twee tafeltjes, maar de crèpes en galettes waren top en de bediening is heel charmant.

Abdij Saint-Maurice in Canoët

In de buurt van Guidel kun je naar deze mooi gelegen ruïne op de oever van de Laita, tussen de bossen. Dit was vroeger een cisterciënzer-abdij, daarna een kasteel. Je kunt prachtig wandelen door de ruïne en daarbij luisteren naar een audiotour (ook in NL, €5 entree). Echt de moeite waard, een magische plek! Tip: er is een heel goede crêperie naast de ruïne – zo goed dat het rond lunchtijd heel lastig is een plek te krijgen. Vanaf 15 uur heb je meer kans…

Kajakken of kanoën op de Laita

De brede monding van de rivier Laita valt bij eb deels droog en dan zijn er zandbanken te zien. Het is heel mooi om daar met een kano of kajak tussen door te varen. Er zijn verhuurders in Quimperlé en Guidel, waar je ook SUP-boards en boten kunt huren.

Wandelen over het douanierspad (GR34)

Langs de hele kust van de Bretagne loopt de GR34, het Sentier des Douaniers, totaal 2.000 km lang. Erg fijn om daarop te wandelen met uitzicht op zee! Het is een smal wandelpad over rotsen en stranden. Je kan overal beginnen en gewoon een stukje lopen.

Denk wel aan goede schoenen, omdat je deels over stenen en rotsen is het echt niet te doen op slippers of onhandige sandaaltjes. Wij liepen over de GR34 van Port de Doëlan naar Port de Merrien: mooi stukje!

Lunchen in Port de Doëlan

Een plaatje, dit havenplaatsje, met twee vuurtorens, mooie oude huizen en een haven vol vissersboten! Ik raad je aan om eerst een wandeling te maken en daarna te eten in een van de twee restaurants direct aan het water. Restaurant Le Rive Gauche is de meest chique van de twee en Le Suroît is toegankelijker en heeft een groter terras. We hebben daar een schaal met garnalen, bigourneaux (alikruiken) en zalm gegeten. En een mooi uitzicht op de boten en de vuurtoren aan de overkant!

Pont-Aven, bekend kunstenaarsdorp

Een zeer toeristisch maar ook romantisch kunstenaarsdorp met een museum aan de rivier Aven. Diverse bekende schilders woonden hier, zoals Gauguin, en de ‘School van Pont-Aven’ ontstond hier. Pont-Aven heeft veel galeries en winkels met Bretonse producten. Het is absoluut leuk om een tijdje door het dorp te wandelen (bij voorkeur ‘s ochtends of ‘s avonds als de meeste toeristen weg zijn).

Markt van Moëlan-sur-Mer

Op dinsdagochtend is er een grote markt op de Place de l’Eglise. Geweldig! Neem een grote mand mee en vul die met alle heerlijkheden uit Bretagne, zoals cider, kaas, worst, far Breton, pain noir (roggebrood), fruit, oesters… Tip: er is een parkeerplaats naast de Chapelle Saint-Philibert, een klein kerkje uit de 16^e eeuw met een mooie houten dakconstructie binnen.

Strandje pakken

Het leukst is om gewoon een handdoek en zwembroek in een rugzak te stoppen en een stukje over de G34 te wandelen. Dan kom je altijd uit bij mooie kleine baaien waar je een duik in zee kunt nemen. Of anders met de auto: Plage du Kerou (heel mooi tussen de rotsen, foto onder) of de grotere stranden bij Pouldu (Plage des Grands Sables, zie onder).

Pouldu: badplaats voor gezinnen

Pouldu is een echte badplaats met campings en een groot strand. In het hoogseizoen vind je hier een draaimolen voor de kinderen en snackkraampjes naast het strand. Leuk voor gezinnen, omdat er veel te doen is. In het oude centrum is er een museumhuis Buvette de la Plage. Dat is de reconstructie van een herberg waar Gauguin, Meyer de Haan en andere kunstenaars de winters doorbrachten en de muren van het restaurant beschilderden. Een leuk klein museum met in originele stijl ingerichte kamers en posters van de daar ontstane schilderijen.

Concarneau: druk maar de moeite waard

Concarnau is behoorlijk toeristisch, maar de vestingstad blijft een bezoek waard. Je komt via een brug aan in deze stad op een rots in de zee. In de 11^e eeuw was het eerst een abdij en in de 15^e eeuw groeide Concarneau uit tot een ommuurde stad. De vesting is nog steeds echt middeleeuws, maar bestaat tegenwoordig uit één lange winkelstraat met de ene toeristenwinkel na de andere. Souvenirs, T-shirts, lokale specialiteiten, Saint-James-truien en ook veel restaurants en ijssalons… Vroeg in de ochtend is het nog te doen, maar vanaf 11 uur vonden wij het al flink druk worden. Je kunt overigens ook over de stadsmuren wandelen.

Quimper: niet missen!

Mijn absolute favoriet, wat een heerlijke stad! Quimper is heel mooi onderhouden en je ziet er veel mooie kwalitatieve winkels. Geweldig om gewoon een beetje rond te wandelen tussen de oude vakwerkhuizen en over de metalen loopbruggen over de rivier. De grootste bezienswaardigheid is hier letterlijk de kathedraal uit 1239, de Saint-Corentin, met twee hoge torens die boven de stad uit torenen. Naast de kathedraal vind je ook het Bretonse museum. Quimper is verder een geweldige stad voor fijnproevers. Tip: Bretonse tapas!

Morbihan

De menhirs van Carnac

Ik ken de rijen menhirs bij Carnac nog van vroeger, toen je er nog tussendoor mocht lopen. Dat is nu anders. Er staat een hek omheen en je mag in het hoogseizoen alleen nog met een gids naar binnen. Deze rondleidingen waren er eind augustus maar 1 keer per dag. Andere mogelijkheid: met een treintje (buitenlangs) langs de stenen rijden, maar dat vonden wij geen serieuze optie. Je kunt ook zelf de weg volgen langs de kilometerslange steenrijen, op veel plekken kunnen je parkeren en over het hek kijken. Maar als je meer achtergrondinformatie wilt, dan moet je dus vooraf een rondleiding of een tour boeken.

Tip: tussen twee van de velden is een klein torentje, met goed uitzicht over de steenrijen. En nog een tip: op de website van het bezoekerscentrum van Carnac kun je een plattegrond downloaden, waarop precies te zien is hoe de weg langs de menhirs loopt en waar je kunt parkeren.

Verrassend: de menhirs van Kerzerho

Een leuk alternatief voor Carnac is Kerzerho. Dit is een veel kleinere rij van menhirs, waar je wél doorheen kunt lopen zonder entree te betalen. De stenen staan direct aan een straat naast een huis, wat de plek een aparte charme geeft. Verder staan in een klein bosje een paar heel grote menhirs, rond 6 meter hoog. Dus groter dan in Carnac. Ook daar mag je ‘vrij’ wandelen.

Schiereiland Quiberon

Quiberon is een mooi schiereiland dat qua vegetatie een beetje aan Texel of Terschelling doet denken. In de zomer zijn er wel veel toeristen en omdat er slechts één weg naartoe gaat kan het druk worden. Vanaf Quiberon vertrekken namelijk ook de veerboten naar Belle-Île-en-Mer. Wij waren in het dorp Quiberon (toeristisch), waar een kasteelachtig huis op de rotsen staat: Turpault, in 1904 gebouwd door een rijke ondernemer. Mooier dan Quiberon-Plage is het plaatsje Saint-Ivy met twee restaurants aan het water.