Misschien wel het engste aan emigreren: de angst je vriendschappen te verliezen. Zullen ze je niet vergeten, als je uit hun dagelijks leven verdwijnt? Toen we neerstreken in de Limousin, was een lokaal netwerk opbouwen dan ook een van de eerste dingen waar ik mee begon. Via Instagram en Google Maps vond ik Nederlanders in de buurt. Meestal leidde mijn ongevraagde vriendschapsverzoek tot een kopje koffie en soms tot een ontluikende vriendschap. Franse vrienden maken bleek lastiger. Zeker met Frans dat niet verder kwam dan het puur praktische.
De septic tank-man
Maar op het Franse platteland blijf je niet lang onopgemerkt. Buren, lokale vakmensen, ouders van Ben’s klasgenootjes – langzaam maar zeker verzamelde zich een kleurrijke groep mensen om ons heen. Nog voor we waren ingetrokken, hadden de makelaar en de burgemeester het nieuws van onze komst al verspreid. Het dak van het château lekte, Maison Dulice (een van onze gîtes) stond op instorten, en binnen een jaar moest onze septic tank verplicht aan de norm voldoen.
De septic tank-man kwam als eerste. Hij leek op een verdwaalde surfdude, rookte graag een goeie sigaar, en was zeer behendig op zijn gigantische graafmachine. Hij manoeuvreerde zijn bakbeest in de kleinste hoekjes en reet onze achtertuin open om een chateau-waardig systeem te installeren: twee betonnen tanks, elk zo groot als onze nieuwe woonkamer. De verwachte oude septic tank was niet te vinden. Onze riolering bleek een eeuwenoud ondergronds aquaduct en wat afbrokkelende betonnen pijpen, die regelrecht en ongefilterd uitkwamen in het meer achter ons huis – hetzelfde meer dat de beheerder voor een flinke som ter beschikking stelde aan nietsvermoedende vissers.
Van bonjour tot barbecue
Inmiddels zijn we 4 jaar verder. De septic tank-man en zijn gezin komen volgende week barbecueën. Ben is goede vriendjes met zijn kinderen, en toen Ben afgelopen week oorontsteking had en onze huisarts in geen velden of wegen te bekennen was – regelde de vrouw van de septic tank-man diezelfde ochtend nog een consult op de eerste hulp van het ziekenhuis waar ze werkt.
In zijn lokale dialect mopperde hij hardop en hoofdschuddend over ons slechte Frans
De dakman was de tweede vakman die we leerde kennen. Als een soort bad cop/good cop-koppel kwam hij offerte uitbrengen samen met zijn dochter. In een mix van Frans en het lokale dialect mopperde hij hardop en hoofdschuddend over ons slechte Frans, terwijl zij glimlachend akkoord ging met onze eis om het werk nog voor de Kerst af te hebben. De crew die een paar weken later van start ging, bestond uit drie mannen van in de 70, 60 en 50, die zonder zekeringen het châteaudak van 15 meter hoog beklommen.
Onverwacht cadeautje
Eentje had vrijwel zeker al een glaasje op. Ik vroeg de dochter nog maar eens naar hun verzekering, waarvan ze dezelfde dag nog bewijs opstuurde. Drie weken zijn ze bezig geweest, en elke dag vroor het een beetje harder. Ik bracht koffie en warme chocolademelk, en probeerde zonder succes een gesprek aan te knopen over schaatsen. De dag voor Kerst waren ze bijna klaar. Glibberend over het dak, hadden ze werkelijk prachtig werk geleverd. Als dank, brachten we ze kerstpakketjes. Enthousiast riep ik naar boven: “Je suis un cadeau!” John verslikte zich haast van het lachen, en de dakmannen bloosden wat ongemakkelijk. “Non, je veux dire: j’ai un cadeau… pardon… giechelde ik. Ik heb sindsdien heel wat daken zien repareren, maar zelden zo mooi als deze crew het deed. Echt ambachtelijk, met elk detail perfect afgewerkt.
Braziliaanse meubelmaker
Al even ambachtelijk bleek een Braziliaanse meubelmaker uit het dorp. Hij wilde voor ons een voordeur maken van dikke oude eiken planken die we in de schuur vonden. Hij zei er 4 weken over te doen, maar kwam steeds weer met verontschuldigingen voor nieuwe vertraging. Vrij irritant, vond ik. Totdat hij me op een dag uitnodigde in zijn werkplaats. Daar begreep ik waarom het zo lang duurde. Hij bewerkte het keiharde eikenhout helemaal met de hand. Geen modern gereedschap te bekennen! Het leek wel een historisch museum. Overal half gerestaureerde meubelen, kleine houtgesneden kunstwerkjes en wanden vol schaven en bijtels. Uiteindelijk leverde hij een ongelooflijk mooie deur af – helemaal nieuw qua uitstraling, maar gemaakt van onze eigen balken van zeker 200 jaar oud. Ook hij bleek kinderen bij Ben op school te hebben. Als we hem sindsdien treffen op dorps- of schoolfeesten, kletsen we altijd even over de projecten waar we elk aan werken.
De bijenman en onze boer
Omdat we zo geïsoleerd wonen, letten we op elkaar en helpen we elkaar als het nodig is. Toen onze auto kapot was, mochten we van de bijenman en zijn vrouw hun rammelende Renaultje lenen. Toen er een vrachtwagen nieuwe dakplaten kwam brengen, en die zo zwaar bleken dat we ze niet konden lossen, stond ‘onze’ boer binnen de kortste keren voor de deur in z’n tractor met voorlader. Toen de buurman een kilometer verderop niet op tijd thuis was om zijn kinderen van de schoolbus te halen, stapten ze bij ons uit om met Ben te spelen tot papa kwam.
Hulp uit het dorp
We wonen hier nu dus 4 jaar. Hoewel we nog geen diepgaande Franse vriendschappen hebben, voelen we ons wel omringd door het dorp, en merken we keer op keer hoe graag de mensen willen helpen. En over onze vrienden uit Nederland had ik me geen zorgen hoeven maken. In de zomer zijn er altijd wel een paar die een weekje een vakantiehuis bij ons huren, en in de winter komen er geregeld mensen een weekend helpen. De momenten die we met elkaar doorbrengen zijn veranderd: van een snelle borrel na werk, naar een paar dagen samen – lange gesprekken al spittend in tuin, samen koken, ‘s ochtends samen het vuur aansteken. De verhuizing naar Frankrijk heeft onze Nederlandse vriendschappen onverwachts alleen maar verdiept.
Nieuwsgierig naar het kasteel van Eloise en John? Kijk ook op chateaudefreyssinet.com (gîtes te huur) en volg hun avonturen op Instagram (met mooie foto’s van het kasteel en indrukwekkende voor- en na-beelden van hun kluswerk!).
LEES OOK:
Kasteel gezocht! Het avontuur van een Nederlands gezin in de Limousin
Muizen, marters en andere onzichtbare kasteelgenoten
Help, we hebben 15 hectare land!
Beeld: Eloise Bruinink en Josee Schouten (opening)
Geen reacties