Fietsmaat Stefan, die altijd geweldige ideeën heeft, kwam afgelopen zomer op de proppen met een tochtje tussen Orléans en Dordives in de Loirevallei. Een route die deel uitmaakt van de Scandibérique, de Europese fietsroute van Noorwegen (Scan-dinavië) tot Santiago de Compostela (op het Iberisch Schiereiland). Ons deeltraject zou goed zijn voor zo’n 150 kilometer, verdeeld over 3,5 dagen. Lekker ontspannen dus. En wat helemaal geweldig was: we zouden per trein aan en afreizen. Echter, toen bleek dat de helft van het traject de fietsroute La Loire à Velo volgt, ging ik minder hard kwispelen. Was dat nu wel zo’n goed plan voor twee mannen die eerder dwars door Georgië, Kirgizië en Iran fietsten? Zo’n net fietspad en 0% stijgingspercentage, was dat niet dodelijk saai? Nee. Dat is het niet, zo bleek al snel.
Met de trein: Amsterdam – Parijs – Orléans
Sinds kort is treinen in de mode, want duurzaam. Maar de trein was natuurlijk al veel langer de ultieme manier van reizen. Al helemaal als je een stukje wil fietsen in Frankrijk. Naast een overdosis aan flitssnelle TGV’s, rijden er volop boemeltjes die in de remmen gaan op plekken waar het heel fijn fietsen is. Je fiets mag mee aan boord; Amsterdam-Orléans per trein is zelfs een makkie. Eerst met Thalys naar Gare du Nord. Daarna dwars door Parijs naar Gare d’Austerlitz: op de fiets natuurlijk. Wat een belevenis! Die zinderende hoofdstad die tegenwoordig ruim baan geeft aan fietsers. Haussmann, die 150 jaar geleden voor de brede boulevards van Parijs tekende, zou zijn ogen uitkijken. Op sommige stukken zijn er nu meer fietsers dan automobilisten! Vanaf Gare d’Austerlitz is het 1 uur met de trein naar Orléans, de stad van Jeanne d’Arc.
Bezoek aan Orléans
Hou je van replica’s? In het centrum van Orléans is een huis te bezoeken dat gelijkenis toont met het middeleeuwse vakwerkhuis waar Jeanne verbleef. Kathedraal-liefhebbers moeten zeker de kathedraal Sainte-Croix van Orleáns binnenlopen. Ook interessant is Hôtel Groslot, een herenhuis dat door zijn rode bakstenen en detaillering geïnspireerd lijkt te zijn door Vlaamse architectuur. Fietsen in de stad gaat overigens redelijk, maar auto’s eisen hier zowel rijdend als stilstaand flink veel ruimte op. Waarom nemen niet veel meer steden een voorbeeld aan fietswalhalla Nantes?
Fietsdag 1: Orléans – Saint-Père-sur-Loire (44 km)
Het voordeel van fietsen langs een rivier is dat oriëntatie en de weg vinden zelden een probleem is. Vanuit Orléans is het helemaal eenvoudig: je rijdt vanuit het centrum richting het laagste punt, en je bent er. De routebordjes volgen (en in het begin de rivier aan je rechterhand houden) volstaat. Het bijzondere is: binnen de kortste keren fiets je door de stilte. Zonder auto’s, tractoren, brommers en slechts af en toe fietsers. Mijn vooroordelen verdrinken in een Loire, die van het Franse equivalent van Rijkswaterstaat al snel maximale ruimte krijgt. Traag slingert ze door een uitgestrekt landschap. Met horizon! Waar vind je dat nog? De majestueuze rivier laat het breed hangen.
Eilanden en strandjes
Zelfs zo breed dat er soms ruimte is voor groene eilanden met aanlokkelijke, onbereikbare strandjes. Okay, aan weerszijden liggen twee dikke dijken die al te veel onstuimigheid indammen. Maar met een beetje fantasie is het alsof de Loire zich wil scharen onder de laatste wildwaterrivieren van Europa.
Fietsen naar de horizon
Als we niet over strakglad asfalt door een weids uitzicht fietsen, dan knallen over verharde zandpaden langs bossen en struiken door de uiterwaarden. En we pakken in het sympathieke Saint-Benoît-sur-Loire nog even een abdijtje mee: de abdij van Fleury uit het jaar onzes Heren 630. Boven het godshuis is de lucht strakblauw. Het marmer in het voorportaal weerkaatst het zonlicht, waardoor de zuilen en het gewelfde plafond ‘hemels’ oplichten. Prachtig. We zijn weer eens de enigen die dit meemaken.
Duik in de Loire
Voordat we ons hotel aandoen, duiken we eerst even de Loire in. Nou ja, duiken? Het begint met waterwandelen over kiezelsteentjes omdat het even duurt voordat de rivier enige diepgang krijgt. Dat geeft helemaal niet, want daardoor is het rivierwater bijna zo warm als in een thermaal bad. Echt goddelijk. Zeker met een rosé uit de lokale supermarkt erbij.
Fietsdag 2: Sully-sur-Loire – Briaire (50 km)
Open deur: het stikt van de kastelen in Frankrijk en langs de Loire al helemaal. In Sully-sur-Loire staat een mooi exemplaar, waar we ook nog eens in mogen. We gaan gelukkig voor de rondleiding, want dankzij de gids ‘zien’ we veel meer. Zo vertelt ze dat het verschil tussen de adel en het plebs tot in de kookpotten terug te vinden was. Het blauwe bloed at geen groenten die laag bij de grond werden geteeld, zoals aardappelen. Die waren exclusief bestemd voor het gepeupel. Iedere klasse had zijn eigen menu.
Door het stadje Gien, zonder scherven
In Gien gaan we in de remmen voor het faience-museum. Faience is een type aardewerk dat ontwikkeld werd in een moedige poging om Chinees porselein na te maken. Pas in 1718 bemachtigde een Weense pottenbakker de Chinese receptuur, ruim 1000 jaar nadat de Chinezen het trucje onder de knie hadden. Zonder iets om te stoten, nemen we kennis van het productieproces en zien we ontelbaar veel borden, vazen en theepotten al dan niet uitbundig gedecoreerd.
Kanaalbrug van Briare
Het trucje waar wij pas echt van onder de indruk zijn is de Pont-Canal de Briare uit 1896. Een fluviaal kruispunt, gevormd door de Loire en het laterale Loirekanaal. Dit 200 km-lange kanaal was evenwijdig aan de Loire gegraven omdat de rivier op dat stuk niet of moeilijk bevaarbaar was. Dankzij de kanaalbrug bij Briare konden schepen die maximaal 5 meter breed waren ‘door de lucht’, op zo’n 10 meter hoogte, over de Loire varen. En wij fietsen. In het Musée deux Marines in Briare wordt helder uitgelegd (met woorden, maquettes en afbeeldingen) hoe ze dit toentertijd voor elkaar kregen.
In Briaire verlaten we definitief de Loire en gaat de route verder langs het door ingenieurs ontworpen Briaire-kanaal. Maar we ontdekken hier ook het fijnste restaurant van onze reis: Le Petit Saint Trop. Met de allervriendelijkste bediening, de mooiste wijnen en eerlijke Franse gerechten. Zonder opsmuk, zonder verhaal, zonder obers die op hun knieën het menu toelichten of nóg erger met hun pink de verschillende voedsel-onderdelen in je bord aanwijzen. En overnachten doen we in Hôtel du Cerf, waar ze gastvrijheid met een kapitale ‘G’ schrijven, dus ook prima!
Fietsdag 3: Briaire – Montargis (50 km)
Op de derde dag fietsen we eerst langs een sluizentrap uit 1642. Een kunstwerk van 7 sluizen waardoor het kanaal van Briaire over een heuvel kan ‘klimmen’ en zo de Loire met de Seine verbindt. Een ander kunstwerk is het Gallo-romeinse amfitheater dat deel uitmaakte van een serieuze Romeinse nederzetting nabij het huidige Montbouy. Weinig subtiel werd het kanaal van Briaire, dwars door de restanten van de Romeinse bouwwerken gegraven. Kennelijk kraaide er toen geen haan naar. In Montbouy, bij La Maison Prodigieuse, pakken we de lunch. De uitspanning is gevestigd in een huisje bij een sluisje. Een supervriendelijk stel dat ook illustraties en kalenders en boekjes maakt, baat de lunch- annex cadeau-gelegenheid uit.
Terugreis met de trein: Montargis – Dordives – Parijs – Amsterdam
Vriendelijk is ook Montargis, een stad waar het kanaal van Briare, het kanaal van Loing en het kanaal van Orléans elkaar in de armen vallen. Met als consequentie dat zoveel water door de stad stroomt dat ze 137 bruggen telt en veel huizen direct aan het water liggen.
Het zit er bijna op. In Montargis wacht de trein en de verhuurder van de fiets van Stefan. Stefan demonteert het zadel en de trappers die hij van huis had meegebracht, waarna we naar Parijs boemelen. Thalys blaast ons naar Amsterdam en precies op tijd voor het avondeten zijn we weer thuis!
Praktische informatie
Langs de route zijn er volop Accueil vélo-adressen ofwel fietsvriendelijke accommodaties, toeristenbureaus en fietsverhuurbedrijven. Zelfs bagagevervoer behoort tot de mogelijkheden. Meer info: www.laloireavelofietsroute.nl en nl.francevelotourisme.com/fietsroute/la-loire-a-velo-loire-fietsroute.
Vélo Val de Loire is een huurfietsservice met opstap in Orléans, Jargeau, Briare, Nevers en drop-offpunten in Blois, Tours, Saumur, Angers, Nantes en Saint-Brévin-les-Pins velovaldeloire.com
Meer fiets-, bezoek- en accommodatie-tips voor het gebied waar Robert fietste vind je hier: regio Val de Loire en het departement Loiret.
LEES OOK:
Op de fiets van Nederland naar Parijs
Fietsten van Parijs naar Mont Saint-Michel: La Véloscénie
La Vélo Francette, mooie fietsroute in West-Frankrijk
Met de trein naar Frankrijk: praktische tips! (tickets kopen & onderweg)
Tekst & beeld: Robert van Weperen
Geen reacties