Hokjesdenken hoort niet meer, maar toch is het wel handig om te weten wat Fransen bedoelen met deze uitspraken. Ze komen namelijk vaak voor in moderne spreektaal, films en romans. Weet jij bijvoorbeeld wat een ‘coquin’, een ‘beauf’ of een ‘mythomane’ is?
1. Une fleur bleue: iemand die sentimenteel, gevoelig, naïef is
Letterlijk: ‘een blauwe bloem’ en dat doet denken aan ons muurbloempje. Bestaat ook als werkwoord: Être fleur bleue en daar komt ongetwijfeld onze vernederlandste uitdrukking ‘bleu zijn’ (bedeesd, schuchter zijn) vandaan.
Voorbeeld: C’est un amour de garçon, mais il est très fleur bleue… (het is een lieverd die jongen, maar hij is heel naïef/onervaren).
2. Une grande gueule: schreeuwerig type (m/v)
Letterlijk: een grote bek, maar dan zelfstandig gebruikt. Hij of zij heeft geen grote mond, het IS er een! Fransen zeggen: Il est grande gueule.
Voorbeeld: Oh, quelle grande gueule… Il me fatigue avec toutes ses histoires (oh wat een schreeuwlelijk, ik ben zijn overdreven verhalen zo zat)
3. Un coquin, une coquine: een deugniet, een plagerig of flirterig persoon
Voorbeeld: Tu es très coquine.. Tu me cherches? (Wat ben jij ondeugend.. Flirt je soms met me?)
4. Un beauf: een burgerlijk, saai type
Deze afkorting van beau-frère klinkt als ‘bof’, wat ‘matig’ betekent in het Frans. Dat geldt ook voor dit personage: een kleinburgerlijk en slecht gekleed type, vaak met vrij conservatieve en fantasieloze ideeën.
Voorbeeld: Quel beauf… (wat een burgerlul)
5. Un casse-cou: een waaghals of lastpak
Letterlijk een ´nekkenbreker’. Iemand die avontuurlijk en ongehoorzaam is en daardoor regelmatig in gevaarlijk situaties komt of brokken maakt.
Voorbeeldzin: Je vous présente mon fils, un véritable casse-cou (Dit is mijn zoon, een vreselijke waaghals)
6. Un garçon manqué: een stoer/jongensachtig meisje of vrouw
Letterlijk ‘een gemankeerde jongen’ ofwel de Franse uitdrukking voor tomboy. In deze genderneutrale tijden zal deze uitdrukking vast verdwijnen. En ook nu al wordt dit woord nog zelden kritisch gebruikt in het Frans, het is eerder een compliment. In de zin van: zij durft alles of het kan haar niet schelen hoe ze eruitziet.
Voorbeeld: Elle a toujours osé tout faire, déjà petite, c’était un vrai garçon manqué.
7. Un frimeur, une frimeuse: een uitslover, opschepper
Afgeleid van het werkwoord frimer, dat pronken betekent. Wordt vaak gebruikt in combinatie met uiterlijkheden en kleding.
Voorbeeld: Dis-donc quel frimeur, avec tes Ray-Ban dans les cheveux… (Jeetje, wat ben jij een uitslover, met die Ray-Ban in je haren).
8. Un(e) cérébral(e): een rationeel type
Een rationeel persoon, iemand die met zijn hoofd beslist en niet met zijn hart.
Voorbeeld: Marie est très cérébrale, elle a du mal à prendre des décisions spontanées (Marie is zeer weloverwogen, zij neemt niet makkelijk spontane beslissingen).
9. Un faux-cul: een hypocriet, iemand die niet zegt wat hij werkelijk denkt
Letterlijk betekent dit een ‘nep-kont’, zoals de kussentjes die vrouwen in de 19e eeuw in hun jurken droegen. In Franse spreektaal hoor je het heel vaak als aanklacht tegen iemand die niet recht-door-zee of achterbaks is.
Voorbeeld: Je me méfie de mon collègue, c’est un gros faux-cul, qui parle dans mon dos (Ik pas op voor mijn collega, hij is achterbaks en roddelt over me).
10. Un mythomane, un mytho: een opschepper, een fantast, ziekelijke leugenaar
Ook in het Nederlands bestaat sinds de 19e eeuw het woord mythomaan’ maar je hoort het bij ons nog zelden. In Frankrijk des te vaker: daar is het een geliefd scheldwoord voor opscheppers en leugenaars. Het wordt ook vaak afgekort naar ‘mytho’ (‘Quel mytho, lui!’).
Voorbeeld: Il est un grand mythomane, il ment comme il respire. (hij is een groot fantast, hij vertelt enkel leugens).
Welke Franse´typetjes’ vind jij mooi omschreven?
LEES OOK:
Franse vriendentaal: 10 bekende uitspraken
Beeld: affiche van de film La Ch’tite Famille met Dany Boon
Geen reacties