Bucketlist-tip! De 450 km lange Véloscénie is een fietsroute van Parijs naar Normandië. Reisjournalist Robert van Weperen pakte de Thalys en deed 5 dagen over deze veelzijdige tocht door de landschappen van het noordwesten van Frankrijk.
Frankrijk fietsland! Behalve dat deze zin lekker beginrijmt, maakt de Republiek het ook echt waar. Met zijn vele langeafstandsroutes voor de fiets, zoals La Vélo Francette, La ViaRhôna en La Loire à Vélo… Namen waarvan je zin krijgt om op de fiets te springen! Dat geldt ook voor La Véloscénie, de fietsroute die van Parijs naar de Mont Saint-Michel slingert. Met haar 450 fietskilometers is dit een route die veel afwisseling biedt. Want je fietst niet dagen achtereen langs een rivier of door onafzienbare wijnvelden, maar door een bonte mix van landschappen en bebouwde gebieden. Variërend van drukke steden tot ingeslapen gehuchten. Door uitgestrekt coulisselandschap of over voormalige spoorwegtracés. En ook handig: wie af en toe wat fietskilometers wil smokkelen, pakt eenvoudigweg op de boemeltrein.
Fiets in de Thalys
Wij beginnen ons avontuur met Thalys. De flitstrein die ons in minder dan 3,5 uur van Amsterdam CS naar Parijs blaast. Mijn maatje heeft een e-bike gehuurd, die in Parijs op hem wacht. Zelf neem ik mijn eigen fiets mee. Dat lukt prima met Thalys. Zelfs zonder bijbetaling. De enige eis is dat ik het voorviel eruit haal en een fietshoes gebruik om de overige bagage niet te beschadigen. Klinkt logisch. Het gehannes – fiets demonteren en een tiental koffers herschikken zodat alles netjes in de rekken past – neem ik voor lief.
Gare du Nord en hop… op de pedalen
Eenmaal bien arrivé in het kopstation Gare du Nord, zet ik gezwind mijn rijwiel weer in elkaar. Even later zoef ik vachement à l’aise over de Boulevard de Magenta. Wat een sensatie! Vrij als een vogel knal ik dwars door deze metropool. Alsof dit mijn stadje is. Moi, de fietsende Parijzenaar.
Fietsmaat Stefan tref ik op zijn puike e-bike bij het startpunt van de Véloscénie is het plan. Volgens het Engelse routeboekje is dat bij ‘the famous wind rose’ bij de Notre-Dame. Ondanks de hordes toeristen is Stefan snel gevonden, want de enige met een fiets. Maar waar is dan die vermaledijde windroos? Zouden ze het gigantische glas-in-loodraam in het kerkgebouw bedoelen? Immers, Google beweert dat dat ook een windroos is.
Startpunt bij de Notre-Dame
Pas als we weer thuis zijn, horen we dat het startpunt verstopt ligt tussen de kasseien op het plein voor de kathedraal. Een markering die letterlijk onder de voet gelopen wordt door de duizenden toeristen. In werkelijkheid heet ze ‘point zéro’, het nulpunt dat landmeters hanteren om vanuit elke willekeurige plek in Frankrijk de afstand tot de hoofdstad te meten.)
We trappen de fietsen aan. Op naar Mont Saint-Michel! Via de Pont Notre-Dame, naar verluidt de oudste brug van Parijs, steken we de Seine over. Daarna koersen we over brede boulevards richting Tour Montparnasse. Overal is er verkeer. We verdrinken er nog net niet in. Ogen open en alles en iedereen in de gaten houden is de truc. En bovenal: go with the flow, samen met heel veel Parijzenaars (én citytrippers) die eindelijk ook de magie van het fietsen in de stad ontdekken.
Eerste grassprietjes
Voorbij Gare Montparnasse wordt het al ietsjepietsje stiller en binnen het half uur melden zich de eerste grassprietjes. Ja, er meldt zich zelfs een vrijliggend fietspad als we Coulée Verte berijden, een groene strook direct langs het spoor van de TGV. Een strook die met slechts vijf meter breedte begint, maar die langzaam maar zeker uitdijt.
Versailles en Rambouillet
Moeiteloos arriveren we bij het grootste geordende grasveld van de wereld: de tuinen van Versailles. Het lustoord, naar een ideetje van Zonnekoning Lodewijk XIV, ligt er kundig geknipt en strak aangeharkt bij. Helaas zijn we niet de enigen die even een parkje willen pakken. Het stikt er werkelijk van de toeristen en bijgevolg is het verkeersrumoer weer helemaal terug. Pas voorbij Rambouillet, na zo’n 50 kilometer op de pedalen, wint de stilte het langzaam van de herrie. We tikken zelfs de eerste autoluwe en zelfs autovrije wegen aan.
Kasteel van Maintenon net buiten Parijs
Château Maintenon is een interessante tussenstop. Want afgezien van een bonte verzameling torentjes – elke nieuwe bewoner liet er een nieuw torentje bijmetselen – wordt het eind van de kasteeltuin gemarkeerd door immense en vooral majestueuze stenen bogen. Het blijken de restanten te zijn van een aquaduct. Een waterweg, geconstrueerd om dorstige tuinen van Versailles te laven met het water uit de Eure. Tachtig kilometer verderop!
Kathedraal in Chartres
Een ander hoogtepunt is Chartres. Een kleine, overzichtelijke stad, met een eeuwenoud centrum dat deels op een plateau ligt. Vanaf het ‘balkon’ van de bovenstad, krijgen we een knap uitzicht over de benedenstad. Niet te missen is hun reusachtige kathedraal waarvan de gebrandschilderde ramen het beroemde ‘Chartres-licht’ produceren. Licht dat vele malen blauwer is dan de ogen van Doutzen Kroes.
Slaperige dorpen
Na Chartres gaat La Douce helemaal los op haar eigen clichés. De landschappen glooien dat het een aard heeft. Het goudgeel van de akkerlanden doet bijna pijn aan onze ogen en de dorpjes zijn zo slaperig dat we de Lorazepam thuis hadden kunnen laten.
Regelmatig fietsen we over voormalige treintracés. Dat is goed Frans voor: ontspannen fietsen, zonder te klimmen en in stilte. Wel missen we op den duur het uitzicht op het landschap. Want de oude spoorbanen worden vaak geflankeerd worden twee rijen, dicht opeengepakte bomen. Dankzij de bramenstruiken vol plukrijpe vruchten houden we ons energieniveau moeiteloos op peil.
Normandische vakwerkhuizen
Bij het kasteel van Carrouges gaan we vol in de schijfremmen. Het kasteel zou ooit met stip binnengekomen zijn op de lijst van Mooiste Kastelen van Normandië, en daar is wat voor te zeggen. Het poortgebouw, de tuinen en het kasteel verdienen meer dan een snelle selfie. Op een bankje in de tuin proberen we ons een voorstelling te maken van het leven in de 14e eeuw, de tijd toen dit kasteel gebouwd werd. Ook het stadje Domfront, zo’n veertig kilometer verderop, is niet te versmaden. Want puike vakwerkhuizen en een middeleeuws centrum.
Mont Saint-Michel in zicht!
Vanaf daar moeten we nog zo’n 40 kilometer wegtrappen tot aan de finish, de Mont Saint-Michel. We weten dat Le Mont er onvermijdelijk aan zit te komen. Toch zijn we verrast als er plots een eigenzinnig, zwart driehoekje zich aan de horizon meldt. Echt fantastisch. Het is ons meteen duidelijk dat reeds lang geleden een geloofsgenootschap ervan overtuigd raakte dat juist deze plek geprojectontwikkeld moest worden.
Net als het gebied dat wij passeren. We komen uit bij een soort kwelderlandschap dat grenst aan de baai van de Mont Saint-Michel die op dat moment droog is gevallen. Daarvoor moesten we wel van de officiële route afwijken, we hadden dit spektakelstuk van zand, water, lucht en stenen waterkeringen niet willen missen.
Na 5 dagen fietsen
Na 5 dagen trappen zijn we er bijna. De Mont Saint-Michel ligt aan onze voeten. Er rest nog slechts een weg van 2 km over een dijk. Aangekomen bij de finish blijken er zelfs een fietsenstalling en een bagagedepot te zijn. Speciaal voor fietsers. Dat is nog eens een ontvangst! We beklimmen daarna de rots die tot de laatste m2 is opgevuld met het klooster, diverse kerken en een straat vol restaurants en souvenirwinkels. Het is er poeppiedruk en behoorlijk toeristisch. Maar toch blijft het aangenaam. Misschien omdat iedereen in bewondering naar de top klimt en je je onderweg kunt vergapen aan het uitzicht over de deels drooggevallen zee.
Hemels hoogtepunt
Als we hijgend het hoogste uitzichtpunt bereiken, meent fietsmaat Stefan dat we nu toch echt de eretitel verdienen van Véloscenist. Vooruit dan maar, we hebben het volbracht!
Die avond fietsen we nog een keer op en neer naar De Rots voor een lichtshow die het interieur van de eeuwenoude heiligdommen kleurt. Pure kitsch tot de macht 3, maar het is zo knap gedaan dat het een hemelse ervaring wordt.
Meer informatie: www.veloscenie.com
PRAKTISCH
Trein terug naar Parijs
Vanaf station Pontorson Mont Saint-Michel kun je rechtstreeks terugtreinen naar Parijs. De fiets mag mee!
Fiets huren in Parijs
Stefan huurde zijn uitstekende e-bike via La Boite à Vélos met diverse ophaal- en afgiftepunten.
Lekker eten onderweg
Wij waren zeer gecharmeerd van Auberge de l’Abbaye in Thiron-Gardais en restaurant Auberge du Grand Gousier in Domfront. De kok van restaurant Brocéliande in Nogent-le-Rotrou gaat helemaal los op Bretonse galettes.
Lekker slapen onderweg
Sfeervolle B&B: Le Colombier de Hanches met (onverwarmd) zwembad.
(Fiets-)vriendelijk hotel in Chartres: Le Grand Monarque. Met vorstelijk ontbijt.
LEES OOK:
Fietsen langs de Loire en het kanaal van Briare (fiets-treinvakantie!)
Met de fiets van Nederland naar Parijs: de tocht van Ingmar
Vélo Francette, fietsroute in Noordwest-Frankrijk
Tekst en beeld: Robert van Weperen Beeld Notre-Dame (Artistiq Dude/UNPL), Chateau de Maintenon (Eric Pouhier CC BY SA.4.0), Mont Saint Michel (UNPL Roxie Blackham), Versailles (Scott Stewart/UNPL). Kaart: cc-La Véloscénie.
Geen reacties