Le Mans… voordat ik erheen ging, associeerde ik de stad met een wereldberoemd autocircuit, een TGV-station, rillettes en een kathedraal. Ik geef toe: nogal schamel en cliché qua informatie. Maar Google brengt het er niet veel beter vanaf en de meeste Fransen zullen ook niet veel meer weten over deze stad in de Sarthe.
Dus vroeg ik me af: Le Mans doen in 24 uur, is dat de moeite waard of niet?
Charmante B&B in de schaduw van de kathedraal
Om goed in de stemming te komen koos ik een slaapadres midden in het oudste deel van Le Mans, ook de Cité Plantagenêt genoemd. Eigenaresse Chantal Le Priol verwelkomt mij in haar chambres d’hôtes La Maison St Pierre, een volledige gerenoveerd herenhuis uit de 12e tot 18e eeuw. Prachtig gelegen en een ideaal startpunt voor een ontdekkingstocht door het oude centrum.
Het ligt namelijk direct naast de kathedraal van Saint-Julien, die echt een bezoekje waard is. Met haar 5.000 m² is dit een van de grootste kathedralen van Frankrijk. Deels romaans, deels gotisch en de kerk heeft luchtbogen in omgekeerde Y-vorm, die in de tijd van de bouw ongekend waren. Je moet ook zeker even gaan kijken in een van de 13 kapellen, vooral die gewijd aan de Heilige Maagd is bijzonder, met volledig beschilderde muren en versierd met 47 engelenmuzikanten. In koraalrood en korenblauw, echt prachtige kleuren!
Oude binnenstad gered van de bulldozers
De historische wijk werd in de jaren 70 bijna volledig afgebroken. De plannen lagen klaar, maar dankzij de renovaties door 2 lokale families bleef de wijk gespaard. Tegenwoordig heeft de Cité Plantagenêt zijn kasseienstraten terug en wordt de binnenstad verlicht door oude straatlantaarns. De elektrische draden zijn onder de grond gestopt, zodat de wijk zijn authentieke sfeer terugkreeg. De straten figureren dan ook regelmatig in historische films, zoals Cyrano de Bergerac. En tijdens mijn bezoek was de Chinese televisie er om te filmen.
Ik slenter langs kleine winkeltjes, zoals een antiquair, enkele ontwerpers, een arthouse-bioscoop, een bloemist en een aantal cafés en restaurants zoals de Epi’Curieux, met een echte seizoenskeuken… Maar winkelen op hakken is geen aanrader op deze mooie keienstraatjes!
Binnenplaatsen en hofjes
In de charmante steegjes kijk ik honderduit naar de mooie vakwerkgevels en de ornamenten op de huizen. Ik probeer binnen te kijken bij de vele binnenplaatsen en hofjes (elk jaar zijn er 25 geopend in het 1e weekend van oktober). Ook loop ik de trappen af om de prachtige Romeinse muur te bewonderen (die in unieke staat is!) en om de tuinen langs de rivier de Sarthe te zien.
Winkels en terrassen
Vanuit de oude stad kun je de tunnel nemen die door dit deel van de stad loopt. ‘s Nachts is die indrukwekkend verlicht en hij is mooi versierd met grote foto’s en bloemendecoraties. Een andere route zijn de trappen langs de kathedraal die naar het Place des Jacobins leiden, waar het moderne theater Quinconces een radicale grens vormt voor de oude binnenstad. Op deze plek, aan de voet van de Cité Plantagenêt, vind je cafés en bars met fijne terrassen.
Chocolade, éclairs, macarons
Als echte zoetekauw leidt mijn instinct mij echter rechtstreeks naar Rue Victoire, met op nr. 2 chocolademaker Bellanger, een ‘Meilleur Ouvrier de France’. Veel mensen komen hier voor de Bugatisses (chocoladesnoepjes van praliné, bladerdeeg en karamel met fleur de sel) of de dozen met Bolides (chocolade, praliné-pinda, hazelnoot en fleur de sel). Beide creaties doen denken aan de auto’s van het Bugatti-circuit van Le Mans, maar er zijn ook chocolade-eclairs en verse macarons.
Zanddeegkoekjes sinds 1670
Daarna neem ik de Rue Saint-Jacques met diverse modewinkels zoals Quiksilver, Morgan, IKKS en Catimini. Op de hoek van de rue Saint-Martin en Rue de La Perle, maak ik een nieuwe zoete stop in de winkel van La Sablésienne. Daar kan ik de lokaal beroemde zanddeegkoekjes proeven, waarvan het recept al bestaat sinds 1670. Je komt de winkel niet uit zonder een van die mooie doosjes met koekjes te kopen! Daarna een kleine stop bij Lush, voor zeepjes voor mijn dochter, en bij Petit Bâteau, waar ik een gele regenjas zoek, die ze helaas niet in mijn maat hebben.
Exclusieve parfums en geurkaarsen
Vanaf het Grande Place de la République waar alle straten samenkomen, raad ik je aan de Passage du Commerce te nemen. Daar vind je onder meer een heel leuke winkel met zeldzame parfums en kaarsen, Jovoy, en een winkel met betaalbare sieraden, Agate. Na de winkelgalerij sla ik linksaf naar de Rue Le Flasseur, waar de winkel Slipissimo een leuke ontdekking was. Goed adres voor iedereen die boxers of andere mannenonderbroeken zoekt! Mis ook het Place de la Prefecture en zijn park niet.
Warenhuis Galeries Lafayette
De voetgangersstraat Rue de Minimes heeft de meeste bekende (mode)merken, zoals Zara, Mango, Du Bruit dans la Cuisine voor kookliefhebbers, Du Pareil au Même voor kinderkleding, Promod, Sephora of San Marina voor de schoenen. En in het midden van deze straat ligt warenhuis Galeries Lafayette, ook altijd leuk. En als je ‘s avonds een leuk eetcafé zoekt, dan moet je l’Un des Sens, in de Rue du Docteur Leroy, proberen!
Gezellige brasserie en een Michelin-restaurant
En vlak ernaast zit de brasserie La Réserve, leuke plek voor een drankje of een aperitief. In Rue Bolton, een zijstraat van het grote plein, ontdek ik Chez Regnier, een prachtige delicatessenwinkel uit 1885, tegenover Palais des Thés, een leuke theewinkel.
Nou je hoort het.. Ik ga niet bepaald in een slakkengang door Le Mans (ook al is dat dier nou juist als symbool gekozen door het Office du Tourisme van Le Mans). Maar voor deze verrassende stad is 24 uur niet genoeg, dat is me nu al duidelijk!
Meer informatie over Le Mans en Les Pays de la Loire: www.paysdelaloire.nl
LEES OOK:
Charmante B&B naast de kathedraal van Le Mans
Top5 bezienswaardigheden in de Anjou
Tekst en beeld: Carole Goelitz
Geen reacties