Anja heeft een recept voor een soort boterkoek die vroeger werd gegeten bij de doop en communie in het noorden van de Charente. Vooral de manier van aansnijden is origineel: klap erop en klaar ben je!
Het mooie aan een culinaire rondreis door de verschillende regio’s van Frankrijk, zijn de ontdekkingen van onbekende recepten. Regionale schatten, die gemaakt worden met voor de hand liggende lokale ingrediënten. Poitou-Charentes ligt ingeklemd tussen de rijke Bordeauxstreek en het welvarende La Rochelle. In de dorpen langs de kust werd geld verdiend met zoutwinning, maar in het achterland was niet veel te beleven. Hier geen breekbare macarons of elegante taartjes, maar wel heerlijke koeken. Gemaakt van alles wat er bij de boer te krijgen was: boter, eieren, meel en melk. Ook zachte roomkaas komt vaak terug in recepten voor patisserie uit deze regio.
Geen brokken
Een streekrecept dat al eeuwen meegaat is broyé du Poitou of broyé poitevin. Een koek die iets weg heeft van boterkoek, met een gekartelde rand en een mooi patroon aan de bovenkant. Het zou mij niets verbazen als dit patroon op de bovenkant van het koekjes stiekem een soort geheimtaal was. Drie rechte strepen: de bakkersknecht heeft een oogje op je? ; -)
Broyé dankt zijn naam aan de manier waarop deze koek vroeger werd gegeten. Hij werd namelijk gedeeld door er een klap op te geven, zodat de brokken koek je om de oren vlogen. Broyer betekend letterlijk ‘vermorzelen’. De koek werd vaak gegeten bij kerkelijke gelegenheden (doop en communie). Omdat de stukken koek door de klap verschillend van grootte waren, kon je goed zien wie er erg hongerig was… of hebzuchtig. Officieel mag er in deze koek geen ei, want dan heet de koek een galette charentaise, maar aangezien we toch in de regio Poitou-Charentes zijn, heb ik het ei wel toegevoegd voor de nodige binding. Ik maakte er kleine koeken van, om de hoeveelheid rondvliegende brokstukken te beperken.
Recept Broyé du Poitou
Ingrediënten (voor 8 koeken):
• 200 g bloem
• 125 g boter
• 150 g suiker
• 1 ei
• 1 snufje zout
• eventueel een klein scheutje aroma (ik gebruikte kokos, maar rum of oranjebloesemwater passen hier ook goed bij)
1. Smelt de boter in een steelpan op laag vuur.
2. Mix in een schone kom suiker, bloem, zout en gesmolten boter tot een mooi mengsel. Voeg het ei en eventueel het kokos/rum aroma toe. Kneed het zachte deeg even door.
3. Beboter een taartvorm (of 8 kleine taartvormpjes) en strooi er een beetje bloem in, zodat de vorm een dun laagje bloem krijgt. Klop het overtollige bloem uit de vorm.
4. Verwarm de oven voor op 180° (160º hetelucht).
5. Verspreid het zachte deeg in de vorm. Maak de bovenkant glad met de achterkant van een lepel.
6. Trek met een vork wat mooie patronen in het taartdeeg.
7. Bak 20 minuten in de oven (echt de maximale tijd anders worden ze te hard!) Officieel schijnt dit koekje pas na een dag of twee op zijn lekkerst te zijn… maar groot gelijk als je er meteen je tanden in zet!
Geen reacties