We zijn vanuit de Dordogne op weg naar vrienden in de Provence. Omdat het op de route ligt en we er nog nooit zijn geweest, brengen we een middag, een nacht en een ochtend door in Arles. In de auto google ik op bezienswaardigheden in Arles, Ed heeft thuis zijn research al gedaan, er is – bien sûr – al een restaurant gereserveerd voor vanavond.
Platanen en cigales
Zodra we Arles binnenrijden, zijn we in Zuid-Franse sferen. Grote platanen langs de weg, oude statige huizen in pastelkleuren, droge warme lucht en dertigduizend krekels die ons trakteren op een oorverdovend concert.
De wat-te-doen-in-Arles websites zeggen dat we beslist naar die bijzondere arena, de kerk, abdij, obelisk, molen, klooster en aquaduct moeten gaan. Maar dat doen we niet. We hebben maar een middag en wil ik graag naar de Fondation Vincent van Gogh. In de bijna 25 jaar dat ik in Amsterdam woonde, had ik altijd wel een smoes om niet naar het Van Gogh museum te gaan. Van Gogh ging speciaal naar Arles vanwege het licht, hij woonde en leefde ruim een jaar in deze stad en maakte er veel bekend werk. Dus maintenant, plus d’excuses!
Het licht van Arles
Het museum, ooit een voornaam 15e-eeuws herenhuis, werd in de jaren ‘20 van de vorige eeuw verbouwd tot een bank. Dat oude bankgebouw is intact gebleven binnen het nu hypermoderne museum. De Fondation bestaat voor een groot gedeelte uit glas zodat het beroemde licht van Arles, waar van Gogh naar op zoek was, naar binnen sijpelt waar het maar kan.
Naast een steeds wisselende tentoonstelling heeft het museum 7 werken van Van Gogh in huis. We lopen vanuit een lichte zaal met strakke gietvloer opeens over de krakende vloer van het oude kantoor van de bankdirecteur. Daar hangen, spaarzaam verlicht, een drietal werken van Van Gogh. Ik ken ze wel van posters en briefkaarten, maar als je ze hier in Arles in alle rust en van zo dichtbij bekijkt, zie je pas de ware schoonheid.
Starry, starry night
Aan het eind van de middag lopen we toevallig de tuin in van het oude ziekenhuis waar van Gogh verbleef, nadat hij een stuk van zijn linkeroor had afgesneden. Een dik geplastificeerd bord geeft aan waar Van Gogh precies zat toen hij hier ‘Binnenplaats van het hospitaal’ schilderde. Wat mij betreft een geval van vink-af-ook-weer-gezien en kunnen-we-dan-nu-wat-gaan-drinken, want de tuin is vol met andere toeristen en de sfeer van toen is er allang niet meer.
We ploffen neer bij Café van Gogh want daar is het lekker rustig. Als ik om mij heen kijk, heb ik het idee dat iedereen foto’s van ons maakt: ‘Kijk eens wat een leuk stel daar zit’. Maar dan kom ik erachter dat we midden op Van Goghs ‘Caféterras bij nacht’ zitten. Overigens het eerste schilderij waar hij zijn beroemde sterrenhemel als achtergrond gebruikte. De muren van Café van Gogh zijn zacht zonnebloemgeel, net als op het originele schilderij, de rekening is echter niet zo zacht: €13 voor een Perrier en une pression. Nu begrijp ik waarom het hier zo rustig is.
Nog meer sterren in Arles
’s Avonds gaan we uit eten. Restaurant L’atelier van chef Jean-Luc Rabanel heeft twee Michelinsterren. Leuk voor Jean-Luc maar dit restaurant slaan we vanavond over. We gaan naar zijn bistro À Côté dat, zoals de naam al doet vermoeden, pal naast zijn sterrentent zit en een stuk betaalbaarder is.
We bestellen een aperitief en de serveerster stelt voor er wat verse sardines bij te serveren. Ze zegt het zo gedecideerd dat we niet anders dan d’accord kunnen zeggen. Een goede beslissing want, ik overdrijf graag maar nu even niet, het zijn de lekkerste verse sardines die ik in lange tijd geproefd heb. We krijgen een heet pannetje op tafel waar onderin wat gebakken knoflook en grote zwarte olijven liggen met erboven, op een paar stengels citroengras, de visjes, afgemaakt met wat lente-ui en verse rozemarijn. Ook de rest van het diner is verrukkelijk en een paar uur later wandelen we uiterst tevreden terug naar ons appartement.
Ontbijten op Place Doumer
De volgende ochtend lopen we het levendige Place Paul Doumer op en gaan bij het laatste vrije tafeltje van Café Chez Boubou zitten. Tijdens het ontbijt kijken we om ons heen, er is genoeg te zien op het plein. Een leverancier neemt met zijn witte bus bijna wat stoelen mee van het aanpalend terras. Een coole gast scheurt op zijn elektrische step rakelings langs een bellend meisje dat verschrikt opkijkt. En naast ons nemen twee oudere heren op luide toon het leven door boven een petit café…
Ja, we hebben zin om straks naar onze vrienden in de Provence te gaan, maar tijdens het ontbijt besluiten we om hier zeker nog een keer terug te komen. Dan maken we tijd voor die kerk, die obelisk, de arena en dat aquaduct!
Slaaptips
Asjha huurde een Airbnb in het centrum: ‘La Cloison’, een piepkleine maar smaakvol ingerichte studio met ruime inloopdouche.
Ook bijzonder is Hôtel du Cloître, een stijlvol designhotel in een voormalig klooster. Met dakterras!
Beeld: Asjha van de Akker, CC-BY Tony Hisgett, CC-BY Bruce Tuten, Pixabay & Unsplash
Geen reacties