Roussillon. Kannie wachten tot ik er ben! Het is het epicentrum van de spectaculaire okergroeven die je in deze streek kunt vinden. En ik word gewoon heel blij van al die prachtige okerkleuren in de natuur. Ik heb zo’n voormalig okerwingebied al eerder gezien: in de Colorado Provençal in Rustrel, een half uurtje van Roussillon vandaan. Vernoemd naar de beroemde kleurrijke rotsformaties en canyons van het Amerikaanse Colorado. Maar dan in mini mini-uitvoering, want de Colorado Provençal strekt zich uit over een gebied van slechts 4 km2. Maar je kunt wel prachtig lopen door dat landschap van felgekleurde okerkliffen en -heuvels in vele tinten geel, oranje, rood en bruin. Het wow-gevoel is er niet minder om!
Des plus beaux villages
Het is slechts anderhalf uur rijden van Marseille. Maar om onze Mazda CX-30, die perfect opgaat in het decor van klaprozen, een beetje aan het werk te zetten, kiezen we vanaf de luchthaven voor een route binnendoor, waarbij we langs de mooiste dorpjes van de Luberon rijden, zoals Gordes, Menerbes, Bonnieux en Lacoste.
Mooie opwarmer voor Roussillon, (ook) behorend les plus Beaux Villages de France. We zien het van al verre opdoemen, als een grote robijn op de heuvel. Inderdaad. Rood is de kleur die – in een ton-sur-ton uitvoering – dit charmante dorpje karakteriseert. Elke façade, elk doorkijkje en elk straatje is in warme tinten gehuld. Een feestje om doorheen te wandelen! De camera maakt overuren. Gelukkig is het nu nog relatief rustig, maar ik kan me voorstellen dat het hier in het hoogseizoen een heel ander verhaal is. Dan moet je vroeg opstaan om het dorp zo te zien.
Wandelen door de okergroeve van Roussillon
Vanaf het dorp is het maar een een klein stukje lopen naar de toegangspoort van de belangrijkste attractie hier: Le Sentier des Ocres. Dat is het okerpad over de bovengrondse okergroeve. Via een lange trap – waar elk jaar onderaan treden bijgemaakt moet worden, in verband met het wegslibben van de poreuze kleibodem – daal je af in een spectaculair landschap van rotspunten, -bulten en -wanden in allerlei tinten geel, oranje, rood en bruin. De kleuren worden nog eens versterkt door het contrast met het uitbundige groen van planten en bomen rondom. En dat is niet de enige reden: ook de mate van humiditeit en het licht is bepalend voor hoe intens de okerrotsen kleuren.
Er zijn twee wandelroutes die je kunt nemen, een van 30 en een van 50 minuten. Alle fotomomentjes niet meegerekend. Want waar je ook loopt, je blijft met verwondering om je heen kijken. Een tip deel ik graag: draag geen witte kleren of gympen: het okergekleurde klei en zand laat zijn sporen na! Een goeie wasbeurt zou echter voldoende moeten zijn om ze te wissen! Hier een filmimpressie:
Okerpigment als het nieuwe goud
Maar hoe kwam het dat dit kleine dorpje zichzelf op de kaart zette als bakermat van de okerpigment-industrie? Het was Jean-Étienne Astier, een inwoner van Roussillon, die eind 18e eeuw een techniek ontwikkelde om oker uit de lokale klei te winnen en te zuiveren, met als eindproduct pigmentpoeder.
Populair voor verf, cosmetica en textielindustrie
En zo ontstond een nieuwe industrie in deze streek die zijn hoogtepunt had in de 19e eeuw en de eerste helft van de 2e eeuw. In de bloeiperiode van de okerindustrie telde het okergebergte in de Luberon 60 mijnen en meer dan 20 fabrieken. Het bood werk aan ongeveer duizend mensen, inclusief de mensen die in de bassins werkten. De mijnen produceerden verschillende tinten van geel, rood en bruin oker, vooral gebruikt in verf, cosmetica en textiel. In de jaren ’50 werd de winning zo goed als stopgezet vanwege de opkomst van synthetische pigmenten.
Ohkra, museum in een voormalige pigmentfabriek
Net buiten Roussillon vind je de oude okerfabriek Camille Matthieu. Na de sluiting in 1963 was het drie decennia verlaten, maar nu doet het dienst als Museum Ohkra. Hier krijg je een mooi inkijkje in het hele proces van het maken van de pigmentmoeder: okermolens om de klei te vermalen, bassins om te wassen, ovens om te verhitten en grote persen om de poeder in grote tonnen te krijgen. Een arbeidsintensief proces onder zware omstandigheden.
De hitte van de grote ovens en het stof van het pigment was een serieuze killercombinatie voor de gezondheid van de arbeiders. Ik zie een een aantal fietsen staan. Onze gids Lucille vertelt me het fijne pigment een eeuw geleden ook dienstdeed als vulling van de fietsbanden! Is het waar of neemt ze me in de maling? Je kunt zelf rondlopen maar er zijn ook rondleidingen en workshops om de kennis en het vakmanschap met betrekking tot de productie van oker en het gebruik van kleurstoffen te delen.
Nog op de to-see lijst: de okermijnen bij Gargas
De derde locatie in de Luberon, waar je het oker van dichtbij kunt aanschouwen zijn de okermijnen van Bruoux bij Gargas (op 15 minuten van Roussillon), een van de laatste nog actieve okermijnen, waar jaarlijks nog zo’n 1000 ton aan oker wordt geproduceerd. Hier zijn door de ocriers (werkers in de okergroeven) meer dan 50 kilometer aan gangen uitgegraven, waarvan zo’n 650 meter is opengesteld voor bezoekers. Tijdens een rondleiding met een gids (vertaling in Nederlands beschikbaar) ontdek je meer over de exploitatie van de mijnen in de 19e eeuw. Reserveren verplicht. Check minesdebruoux.fr voor tijden en beschikbare opties. Tip: je kunt online ook een combinatieticket ‘Mine-Usine’ en Ecomusée Ohkra boeken.
Advies: draag goeie schoenen want het kan glibberig zijn en neem warme kleding mee; de temperatuur in de galerijen van de okergroeven is ongeveer 10 graden!
LEES OOK:
De Luberon ontdekken op de fiets
De mooiste dorpen van de Luberon
8 plekken in de Provence die je gezien wilt hebben
Tekst en beeld: Josee Schouten. Met dank aan Mazda Nederland.
Geen reacties