1. VOIR (zien) en REGARDER (bekijken)
Beide Franse werkwoorden kun je vertalen met ‘kijken’, maar voir is meestal passief (simpelweg wat je oog ziet) en regarder is actief (bekijken, bestuderen). Ze kunnen dus verschillende dingen betekenen, zoals in deze context:
– Je vois votre maison (ik zie uw huis, daar staat het = neutrale constatering)
– Je regarde votre maison (ik kijk naar uw huis, ik bekijk het, ik bestudeer het)
Veel beginners halen deze twee door elkaar. Geen ramp – Fransen begrijpen je meestal – maar het klinkt wel slordig of onhandig als je voir gebruikt waar regarder hoort.
💡 Let op de valkuil
Voir quelqu’un betekent letterlijk ‘iemand zien’, maar kan ook betekenen: ‘met iemand een relatie hebben’ (zoals seeing someone in het Engels). Dus Je vois votre femme kan betekenen: “ik zie uw vrouw” … óf “ik heb een affaire met uw vrouw”.
2. ENTENDRE (horen) en ÉCOUTER (luisteren)
Zelfde onderscheid: entendre is over het algemeen passief (geluid horen, registreren, begrijpen) en écouter is actief (luisteren naar, beluisteren).
– Écoute-moi! (luister naar mij)
– Tu entends ce bruit? (hoor je dat geluid?)
– Il écoute la radio (hij luistert naar de radio)
– Tu entends ce que je te dis? (hoor je wat ik tegen je zeg?)
3. VISITER (plek bezoeken) en RENDRE VISITE (mens bezoeken)
Fransen gebruiken visiter alleen voor gebouwen of plaatsen. Dus pas op, ‘Je vais visiter ma tante’ is onjuist en het klinkt zelfs een beetje raar (alsof je haar gaat ‘uitwonen’).
– Nous allons visiter Bordeaux (we gaan Bordeaux bezoeken)
– Je vais rendre visite à ma grand-mère (ik ga op bezoek bij mijn oma)
4. APPORTER (meebrengen), RAPPORTER (terugbrengen) en EMPORTER (meenemen) – BIJ VOORWERPEN
Apporter betekent een voorwerp meebrengen naar een specifieke locatie. Rapporter is iets terugbrengen of terughalen in een tegengestelde richting (in principe waar het oorspronkelijk vandaan kwam). Emporter is iets meenemen waarbij de nadruk ligt op dat je zelf meereist met het voorwerp (je neemt iets mét je mee, je hebt het bij je).
– J’apporte le dessert! (ik breng het nagerecht mee)
– Peux-tu rapporter ces livres? (kun jij deze boeken terugbrengen?)
– ll fait froid, j’emporte ma veste (het is koud, ik neem mijn jas mee)
5. AMENER (wegbrengen), RAMENER (terugbrengen) en EMMENER (meenemen) – BIJ PERSONEN
Voor personen gebruikt het Frans in dezelfde context de werkwoorden amener (iemand ergens naartoe brengen) en ramener (iemand terugbrengen, thuisbrengen). En als derde vorm heb je ook hier emmener (‘iemand meenemen’, wat betekent dat je er zelf bij bent/blijft).
– Il amène ses enfants à l’école (hij brengt zijn kinderen naar school)
– Je te ramène chez toi? (wil je dat ik je even thuisbreng?)
– Il m’emmène voir ses parents (hij neemt me mee naar zijn ouders)
💡 Ezelsbrug om punt 4 en 5 uitelkaar te houden:
– porter betekent ‘dragen’ → apporter/rapporter/emporter gebruik je alleen bij voorwerpen.
– mener betekent ‘leiden/aanvoeren’ → amener/ramener/emmener gebruik je bij personen.

6. CONNAÎTRE (kennen) en SAVOIR (kennen/kunnen)
Beide werkwoorden betekenen ‘kennen’. Maar connaître wordt gebruikt voor het kennen van dingen, plaatsen en mensen. Savoir voor het kennen van informatie of het beheersen van een vaardigheid (zoals een taal).
Il connaît bien la France (hij kent Frankrijk goed)
Il sait parler français (hij kan Frans spreken)
L’enfant sait faire du vélo (het kind kan fietsen)
Je connais la route (ik ken de weg)
Je sais où il habite (ik weet waar hij woont)
7. PRÊTER (uitlenen) en EMPRUNTER (lenen)
In veel talen is het lastig om de actieve en passieve vorm van lenen uit elkaar te houden. Het Frans gebruikt prêter voor het actieve uitlenen en emprunter voor degene die het voorwerp leent.
– La banque vous prête de l’argent (de bank leent u geld)
– Je peux emprunter ton vélo? (Mag ik je fiets lenen?)
– Oui, je te le prête? (Ja hoor, ik leen hem je)

LEES OOK:
Hilarisch: correct u-zeggen in het Frans
10 veelvoorkomende fouten in het Frans
7 handige apps en online taalcursussen om Frans te leren
Taalfouten die de Franse zelf het meeste maken
Franse schrijfregels: grappig, dit gaat heel anders!
Onbedoeld dubbelzinnige uitspraken in het Frans
Tekst: Nicky Bouwmeester Beeld: filmstill Le Petit Nicolas (2009)
Geen reacties