1. Répète un peu pour voir! (‘zeg dat nog eens als je durft’). Klassieke repliek in Le Petit Nicolas, waarna meestal rake klappen vielen. Nog altijd te horen op het schoolplein en zelfs op straat, uit de mond van ruziemakende volwassenen in het verkeer bijvoorbeeld.
2. T’es une poule mouillée! (‘je bent een natte kip’ = een lafaard). In ons Bargoens is een natte kip een prostituee maar voor Fransen gaat het om iemand die iets niet durft; net als bij het Engelse ‘chickenshit’. Veelgehoord: Le dernier arrivé est une poule mouillée (wie als laatste komt, is een natte kip).
3. Même pas peur! (‘heus niet bang’). Typische kinderuitspraak die een minder naïeve bijklank kreeg na de aanslagen in Parijs in 2015. Toen stond de tekst op borden die werden meegedragen tijdens de stille tochten (‘Heus niet bang voor het terrorisme…’)
4. T’as une tâche, pistache. Ta grand-mère a des moustaches (‘je hebt een vlek, pistachenootje, en je oma heeft snorharen). Gewoon een narrig rijmpje om te sarren..
5. Ferme ta boîte à camembert (‘sluit je camembertdoos’). De oerFranse versie van: hou je klep dicht!
6. Va te faire cuire un œuf! (‘ga een ei koken’). Hoepel toch op jij…
7. Qui va à la chasse perd sa place – Et qui va à la pêche la repêche! (‘wie gaat jagen verliest zijn plek. En wie gaat vissen, die vist ‘m weer terug’). De Franse versie van ‘opgestaan is plaats vergaan’ én het gevatte antwoord als je het daar niet mee eens bent.
8. C’est celui qui dit qui l’est: Wat je zegt, ben je zelf… (met je kop door de helft)
9. Am stram gram, pic et pic et colegram: iene mienne mutten… Frans aftelrijmpje waarvan de woorden niets betekenen. Franse kinderen gebruiken ook: Plouf, plouf, une balle en or tu sors (ploef, ploef, een gouden bal, jij moet eruit!).
10. T’es un gros bébé Cadum! (‘je bent een grote baby’). Deze kleuterschool-klassieker verwijst naar de blozende baby van het zeepmerk Cadum. Het Nederlandse equivalent zou zijn dat je je klasgenootje uitmaakt voor een ‘Zwitsal-baby’.
Lees ook: 20 dingen die anders zijn op Franse scholen
11. Cap ou pas cap? Kort voor ‘capable ou pas capable’ (kun je het of kun je het niet): dé manier om iemand uit te dagen. T’es cap pour aller sonner chez la voisine? (durf je mee belletje trekken bij de buurvrouw?)
12. Donner c’est donner, reprendre c’est voler! (‘geven is geven, terugnemen is stelen’). De Franse versie van ‘gegeven is gegeven’ en van ‘ruilen komt huilen’.
13. La menteuse, elle est amoureuse (‘leugenaarster, ze is verliefd’). Al beweert ze natuurlijk het tegendeel…
14. On a gagné, les doigts dans le nez! – Ils ont perdu, les doigts dans le cul! (‘We hebben gewonnen met onze vingers in onze neus. Ze hebben verloren met hun vingers in hun… kont’). Tja, winnaars zijn niet per definitie fair-play natuurlijk..
15. Tu veux ma photo? (‘wil je een foto van me?’). Heb ik iets van je aan?
15. Promis, juré, craché! (‘beloofd, gezworen, gespuugd’). Beloofd is beloofd. Ik zweeeeeeer het. Voor altijd en altijd.
16. Y a pas d’arête dans le bifteck! (‘er zitten geen graten in een biefstuk). Kolderiek weerwoord als iemand roept ‘arrête!’ (stop daarmee), want het woord arête (graat) klinkt hetzelfde.
17. Pas touche la mouche! (‘niet aankomen die vlieg’). Afblijven!
18. Sois poli, si tu n’es pas joli!‘ (‘als je niet mooi bent, wees dan tenminste beleefd!’). Brutale repliek waarmee je iemand in één klap voor onbeleefd én lelijk uitmaakt).
20. Ça t’dérange, peau d’Orange. Tu t’l’épluches et tu t’la manges! (‘heb je een probleem, sinaasappelschil, dan pel je hem en eet hem op’). Zo, geef daar maar eens een antwoord op…
Lees ook: 20x zo spreken Franse tieners
Benieuwd hoe GROTERE Franse kinderen spreken? Lees: 21x Franse tienertaal
LEES OOK:
15 hilarische Franse uitdrukkingen
7 NL-FR cultuurverschillen in opvoeden
20 dingen die anders zijn op Franse scholen
Tekst: Nicky Bouwmeester Beeld: CC/Cadum en Les vacances du Petit Nicolas (2014/Metropole Films)
Geen reacties