Parijzenaren hebben zo hun eigen manier om dingen te zeggen. Tikje blasé, vaak kritisch, met gevoel voor humor en altijd ‘très branchouille’. Dit zijn 10 voorbeelden van moderne spreektaal in Parijs.
C’est énorme!
Mis vooral niet het cynisme dat schuilgaat achter deze schijnbaar positieve uitroep. ‘Dit is enorm’ uit de mond van een Parijzenaar wil zeggen: dit is ZO ondenkbaar stom/dom/schandelijk, dat deze uitroep meestal het begin is van een lange klaagzang over iets of iemand. Synoniem van ‘C’est un truc de malade‘.
Voorbeeld: «T’as entendu comment il s’est fait gauler avec sa maîtresse? C’est énorme…» (‘Heb je gehoord hij zich heeft laten betrappen met zijn maîtresse? Niet. Te. Geloven.)
On se fait un brunch?
De jonge Parijzenaar houdt van anglicismen. Je suis surbooké (ik zit vol), c’est trop le rush au travail (het is druk op werk), elle est vraiment trash (ze heeft een slechte/goedkope smaak); zomaar wat voorbeelden van vlot, typisch Parisien ‘franglais‘. En sinds enkele jaren dé grote mode in Parijs: ‘s weekends brunchen in een restaurant.
Voorbeeld: «On se fait un petit brunch ce week-end? Je connais un endroit trop classe oû le brunch est à seulement 25€!» (Doen we een brunchje dit weekend? Ik ken een hip adres waar een brunch maar €25 kost)
Ah bon?
Met duidelijke nadruk op het tweede woord. Oow já? Hier hoort de Parijzenaar iets nieuws en aan de duidelijke twijfeling in het ‘bon’ is te merken dat hij nog niet besloten heeft of hij je gelooft.
«Tu sais que j’ai eu aucun mal à avoir une table chez ce rooftop tendance? Ah bon? » (‘Weet je dat ik zonder moeite een tafeltje bemachtigd heb bij dat trendy dakterras ?’ ‘Werkelijk waar?’)
Le Luco
De echte insiders’ manier om het Jardin du Luxembourg aan te duiden. Vrij blasé, want de spreker geeft hiermee min of meer aan dat hij vaste klant is in dit sjieke park en dat hij er dus waarschijnlijk vlakbij woont, in een van de duurste wijken van Parijs.
Voorbeeld: «Tu veux faire un tennis au Luco samedi?» (Wil je zaterdag een partijtje tennissen in Jardin du Lux?)
Vas-y BOUGE!
Deze is vaak te horen in het drukke Parijse verkeer of liever te liplezen op de verbeten monden van automobilisten. Behoeft weinig uitleg en is – samen met putain – een héél geliefde uitspraak van Parijzenaren.
Voorbeeld: «Vas-y bouge ta vieille caisse, t’as eu ton permis dans une pochette surprise?» (Hé, rijd eens door met die ouwe bak, heb je je rijbewijs soms in een kindersurprise gevonden?)
C’est branchouille
Een verbastering van branché (hip) die vaak gebruikt wordt als luchtig excuus voor het hebben van een wel erg trendy nieuw kledingstuk of het kennen van een net geopende nachtclub/een kersverse glutenvrije hamburgertent etc.
Voorbeeld: «Ouais, nous étions dans ce nouveau bar à cocktails à Pigalle l’autre soir. Un peu trop branchouille, mais on s’y amuse bien» (Yep, we waren onlangs in die nieuwe cocktailbar in Pigalle. Een beetje te hip die tent, maar we hebben ons er prima vermaakt).
Paris intra-muros
Letterlijk: Parijs ‘binnen de muren’ ofwel de stad binnen de périphérique. Alles wat daarachter ligt hoort min of meer bij het Wilde Westen.
Voorbeeld: «J’étais invité à une soirée dans le 93, mais même pas en rêve, je sors seulement intra-muros» (Ik was uitgenodigd voor een feestje in de buitenwijk (met postcode 93), maar geen sprake van, ik verlaat de stad niet om te feesten)
Lees ook: In 5 minuten je Frans moderniseren
C’est hyper pointu
Ook typisch Parisien deze, veelal gebruikt om een bezochte expositie of ingewikkelde art-house film te omschrijven. Klinkt intelligent en lekker vaag, zodat je niet in detail hoeft te treden over wat je ervan mee gekregen hebt.
Voorbeeld: «Le dernier de Jacques Audiard est hyper pointu, je l’adore» (De nieuwste film van Audiard is zo relevant, ik ben er helemaal weg van).
Je suis dead…
De Parijzenaar is altijd moe. Logisch met dat slopende ritme van ‘metro-boulot-dodo’ (elke dag in de metro, naar werk en daarna naar bed, voordat het rijtje weer opnieuw begint). Jonge Parijzenaars mogen deze bekende uitspraak ook graag verbasteren tot ‘metro-boulot–apéro... (metro, werk en dan een feestje bouwen). Het resultaat is hetzelfde: ze zijn chronisch épuisés (uitgeput), HS (hors service ofwel buiten dienst), claqués (geslagen), morts (doodmoe), rincés (doorgespoeld) of crevés (letterlijk ‘lek gestoken’ zoals een band). En met een vleugje franglais krijg je: je suis dead.
Voorbeeld: «J’ai trop la flemme d’y aller ce soir. Je suis dead.» (Ik heb geen zin om vanavond te gaan, ik ben kapot…).
C’est pas top
De Parijzenaar heeft veel gevoel voor understatement. C’est pas top (niet geweldig) betekent over het algemeen dat iets meer dan een beetje tegenvalt. Het is zelfs he-le-maal niets.
Voorbeeld: «Comment tu trouves sa nouvelle coupe?» «Pas top» (Hoe vind je haar nieuwe kaspel? Een complete mislukking.)
LEES OOK:
15 manieren om een Parijzenaar te herkennen
10 dingen die de Fransen nét even anders doen
15 hilarische Franse uitdrukkingen
Tekst: Nicky Bouwmeester (frankrijk.nl/2015) Beeld: Jean François Cornet, DR Burtoni (fietsende Parisiènne), Savage Cat, CC/Gohkan Gontas.
Geen reacties