Het zouden scheldwoorden kunnen zijn. Of toverspreuken. Of rare ziektes. Maar nee hoor, dit zijn heel gewone Franse woorden. Van brouhaha tot quincaillerie.
1. Quincaillerie (kin-kaj-jer-ie)
Dit klinkt als een vooroorlogse ziekte maar quincaillerie iseen uitgebreide ijzerwarenhandel of een ouderwetse Winkel van Sinkel. Die bestaan nog in Frankrijk en het zijn vaak echte schatkamers met de gekste huishoudproducten en gereedschappen.
2. Caoutchouc (ka-oe-tjsoe)
Als je het langzaam uitspreekt en de klanken aan je verhemelte laat kleven – kaoetsjoe – dan kun je het bijna raden. Het plakt en het rekt en het is… rubber. Prachtig woord, niets meer aan doen.
3. Hurluberlu (uur-luu-ber-luu)
Doet denken aan de jaren-zeventig tekenfilm Barbapapa (ook Frans trouwens) en dat is nog niet eens zo ver van de werkelijke betekenis. Un hurluberlu is namelijk een excentriek persoon, een buitenbeentje of zelfs beetje rare snuiter.
4. Kinésithérapeute (kien-nee-sie-tera-peut)
Je schrikt je te pletter als een Franse huisarts je doorverwijst naar deze angstaanjagend klinkende collega, maar gelukkig gaat het maar om de fysiotherapeut.
5. Coccinelle (kok-sie-nel)
«Jij ongelofelijke coccinelle..!» Qua klank zou het zomaar een vervelend scheldwoord kunnen zijn, maar une coccinelle is een lieveheersbeestje. Het is overigens ook de naam die de Fransen gebruiken voor de klassieke Volkwagen Kever.
6. Dithyrambique (die-tier-am-biek)
Klinkt als een oogafwijking of een moeilijk apparaat maar dit is het Franse woord voor ‘welbespraakt’. Een ander mooi klinkend bijvoeglijk naamwoord is rocambolesque, dat ‘onwaarschijnlijk’ of ‘ongelofelijk’ betekent.
7. Ostréiculteur (os-tree-ie-kul-teur)
Wat zou iemand met dit beroep nou fokken of kweken? Nee, geen struisvogels maar oesters (huîtres) !
8. Brouhaha (broe-ha-ha)
Een Frans woord met Hebreeuwse wortels dat ‘geroezemoes’ betekent, het geluid van een grote groep mensen.
9. Loufoquerie (loe-fo-kur-rie)
Als je van een loufoqerie beticht wordt dan heb je niets strafbaars gedaan, maar je hebt wel iets absurds, bizars of extravagants uitgevreten.
10. Saperlipopette (sa-per-lie-po-pet)
De mooiste voor het laatste, al zul je deze uitroep niet vaak meer horen in Frankrijk. Want stokoud en heel braaf, ongeveer de Franse equivalent van ‘potverdriedubbeltjes’ of ‘potjandorie’. Dus alleen nog te horen uit de mond van circusclowns en héél oude dametjes.
+++ Mooie aanvullingen van lezers!
Débroussailleuse (dee-broe-sa-joe-ze): een trimmer (voor in de tuin)
Puéricultrice (pu-ee-rie-kul-triez): kinderverzorgster
Ophtalmologue (of-taa-moo-look): oogarts
Coquelicot (kok-ke-lie-koo): klaproos
Immatriculation (im-maa-tri-ku-la-zion): kenteken
La cuniculiculture (Q-nie-Q-lie-kul-tuur): het fokken van konijnen
Époustouflante (ee-poe-stoe-flant): adembenemend
LEES OOK:
10 Franse tongbrekers: moeilijk uit te spreken woorden
De bekendste Franse scheldwoorden
15 bizarre Franse uitdrukkingen
Glaasje te veel op: hoe zeg je dat in het Frans?
Tekst: Nicky Bouwmeester Beeld: Jean-Paul Belmondo in La Magnifique, CC/Caroline (ostreiculteur Jospinet), CC/Playability_de (quincaillerie), bistro Saperlipopette in Puteaux.
Geen reacties